I7»»
8
tus 1884. De Heer Dr. A. G. Kok, die aan de beurt
van aftreding was, is in de vergadering van den Ge
meenteraad van 1 December als zoodanig herbenoemd.
De dood van den Districtsschoolopziener Jhr. Mr. II.
B. van Tets vervulde de Commissie met diepe smart.
Getrouw woonde hij de vergaderingen der Commissie bij,
die daardoor in de gelegenheid was, do degelijkheid zij
ner adviezen, de eerlijkheid zijner overtuiging en zijne
groote liefde voor het onderwijs te bewonderen. Nog steeds
wordt zijn gemis door de Commissie zeer betreurd.
De Heer Districtsschoolopziener B. Bingemans, in do
plaats van den overledene opgetredensteunt de Com
missie niet minder bij haren arbeid als hij gewoon was
te doen in zijne betrekking van Arrondissementsschool-
opziener. Zijne adviezen, evenals die van den nieuw-
benoemden Arrondissementsschoolopziener Mr. J. G. W.
H. Baron van Sytzama, worden door de Commissie op
hoogen prijs gesteld.
De steun, dien de Commissie bij het Gemeentebestuur
mocht ondervindenwordt door haar zeer gewaardeerd.
Zij schrijft het grootendcels daaraan toe, dat hare werk
zaamheden ook in het afgeloopen jaar hebben mogen
strekken tot bevordering van het Lager Onderwijs in
deze gemeente.
De plaatselijke Commissie van toezicht
op het Lager Onderwijs,
Zutphen, A. G. KOK,
Febr. 1885. Voorzitter.
B. C. GOUDSMIT,
Secretaris.
Bijlage G-.
Uittreksel uit het VERSLAGomtrent den
toestand der Gesubsidieerde Bewaarscholen
in de Gemeente Zutphenopgemaakt
ingevolge artikel 26 der Verordening op
de Bewaarscholen.
De localen waarin de bewaarscholen worden gehouden
zijn in eenen voldoenden toestand, alleen is do ruimte in
de school op den Paardenwal veel te klein om aan alle
aanvragen tot plaatsing te kunnen voldoen.
Daar deze school in eene groote behoefte voorziet
en voorzien moet, zoude eene uitbreiding der localiteit
voor die school zeer wenschelijk zijn.
Het is ons aangenaam te kunnen vermelden dat de
Commissie tot onderzoek naar den hygienischeu toestand
der bewaarscholen in Gelderland en Utrecht, daartoe
benoemd door den Geneeskundigen Raad dier provinciën
in haar rapport, de bewaarscholen te Zutphen, zoowel
die van de Nieuwstad, als op den Paardenwal en in
de Hoven als „goed" heeft gequalificeerd.
In het personeel op de bewaarscholen werkzaam kwa
men de navolgende veranderingen voor.
Mejufvrouw Mina Morheè werd benoemd tot hoofd
onderwijzeres aan de bewaarschool te Doesborgh.
Mej. Dina Hag ens vroeg ontslag als helpster omdat
ze ging trouwen.