ontslagen Werd, is in de Raadsvergadering van 17 De cember benoemd de Heer J. Gimberg, die echter nog niet in functie is getreden. Op school F bleef het onderwijzend personeel onver anderd. Echter werd in de Raadsvergadering van 22 October besloten tot aanstelling van een' nieuwen onder wijzer op die school, nu de kweekeling B. G. Fontein met goed gevolg hrt examen als onderwijzer had afge legd en art. 84 der wet op het Lager Onderwijs de aan stelling van eenen nieuwen kweekeling onmogelijk maak te. In de Raadsvergadering van 17 December werd als zoodanig aangesteld de Heer G. J. Tobi. (I). In het onderwijzend personeel op school G hebben geene veranderingen plaats gegrepen. A an de Bijzondere scholen is het onderwijzend perso neel a.leen veram erd op de school van mejuffrouw van der Hoeven, waar mejuffrouw J. J. U. van Dijk ver vangen is door mejuffrouw F. Kae.mi fer, die belast is met het onderwijs in de Hoogduitsche taal aan die school. Wat den toestand der schoolgebouwen en schoollokalen betreft, kon de commissie met groot genoegen consta- teeren, dat de school F in den loop van het jaar de zoozeer gewenschte uitbreiding heeft ondergaan door het bijbouwen van twee lokalen en een' ruimen gang. Door die vergrooting zijn de gebreken opgeheven, die de com missie met betrekking tot die school jaarlijks moest in l et licht stellen. De commissie ontln udt zieh van het herhalen harer wenschen met betrekking tof het gebouw van school D. Zij is overtuigddat het Dagelijksch Bestuur met de meeste nauwgezetheid maatregelen beraamtom in dien onhoudbaren toestand verandering te brengen. Zij vleit zich dan ook met de hoop, dat het resultaat dier over wegingen zich zeer spoedig zal openbaren in voorstellen aan don Gemeenteraad, opdat zij in een volgend jaar verslag met dankbaarheid moge wijzen op het begin van de uitvoering van een Raadsbesluit tot het botnven van een nieuw gebouw voor school D. De commissie acht zich verplicht, uwe aandacht te vestigen op de artt. 24 en 88 der wet op het Lager Onderwijsdie de splitsing van school G vóór 1 Januari 1886 noodzakelijk maken. Het komt haar vóór, dat waar het bouwen eener nieuwe school aan zooveel moei lijkheden onderhevig is, het wenschelijk is, reeds tijdig maatregelen te beramen tot uitvoering der genoemde be palingen. De toestand der lokalen voor de Bijzondere scholen geeft tot geene bijzon lere opmerkingen aanleidiug. Wat betreft de school van den Heer Koüwenaar, verwijst de commissie naar hot verslag van het vorige jaar. In geene der scholen is in den loop van het jaar verande ring gekomen. Do leermiddelen op de openbare scholen en de school- meubelen zijn in zeer voldoenden toestand. Het getal leerlingendat in deze gemeente de scholen bezoekt, blijkt uit den volgenden staat: (1) Genoemde onderwijzer trad op 4 Februari j.l. in functie.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1883 | | pagina 62