cature te voorzien. Tengevolge daarvan werd het onderwijs in de Aardrijkskunde in zijn ge- 0Pgedrageu aan den Leeraar Kat; dat in boekhouden en de Handelswetenschappen aan den Leeraar Bolderman; dat in de Staat huishoudkunde aan den Heer W. F. H. Wun- derlich Leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Apeldoorn, terwijl eindelijk de Heer Mr. J. IIenny zich wel wilde belasten met liet on derwijs in de Staatsinrichting. Het vrijvallend traktement van den Heer Hoetink, ad f 150 s maands, zou dan, naar evenredigheid van de waargenomen lesurenonder de vier boven genoemde Heeren verdeeld wordenover een tijdsverloop van 7 maanden, dus tot het begin van den nieuwen Cursus, op 1 September. Deze icgeling, ook wat betreft het financiëele ge- eelte, is door den Baad in zijne Vergadering van 5 Februari aangenomen, met ingang van 1 kebruari bevorens. Hiet lang daarna zag de Commissie van Toe zicht zich genoodzaakt den Leeraar P. M. Ra veaud voorloopig den toegang tot de school te ontzeggen. Deze diende daarop zijn verzoek om ontslag in, en verliet de Gemeente, zonder den afloop af te wachten. De Raad verleende m zijne Vergadering van 23 April het gevraagde ontslag, dat gerekend zou worden te zijn in gegaan 16 April bevorens, den datum, waarop de lieer Raveaud vertrokken was. In die zelfde Raadsvergadering werd goedgekeurd een voorstel van de Commissie, om het onderwijs 3 in het Fransch geheel op te dragen aan den Leeraar Balland, en dat in het Schoonschrij ven aan de Leeraars Kat en Bolderman, en zulks voor het overige gedeelte van den loo penden Cursus, tegen eene belooning van 250,aan den eerstgenoemden, en eene van 50,aan ieder der laatstgenoemde Leeraars. De Leeraar in het Iloogduitsch E. A. 11. Sripgens, ontving eene benoeming aan de Hoo gere Iïurge: school te Leiden. Hij verkreeg zijn eervol ontslag, met ingang van 1 September, in de Raadsvergadering van 25 Juni. De lieer B. J. ter Brugge, bezitter van Acte A (M. O.) voor het Iloogduitsch, en dus niet ten volle bevoegd, werd in de Vergadering van 20 Augustus voor één jaar benoemd, en trad den 1 September in functie. Ietusschen moest in de vacature IIoetink nog definitief voorzien worden. Dewijl op de hernieuwde oproeping zich ook gcene sollici tanten voor de geheele letiekking, zooals zij door den Heer Hoetink b kleed was, halden aangemeld, stelde de Commissie van Toezicht voor den Hoer P. M. von Baumhauer te be noemen voor de Staatswetenschappen, den Heer Kat voor de geheele Aardrijkskunde, en den lieer Boi.DEr.MAN voor de Handels wetenschapper. Tevens wilde de Commissie ook een plaats vervanger voor den Heer Raveaud aangesteld zien. Door eene Commissie uit den Raad werd dit vooistel onderzocht en met de Commissie van Toezicht besproken. Dit gaf echter geene

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1883 | | pagina 51