2
mo]g vaii den catalogus harer bibliotheek, 1881—
Van de Geldersche Maatschappij van Landbouw:
8- Vervolg harer Mededeelingen en Berichten.
Van het Gemeentebestuur van Arnhem:
Catalogus van de openbare bibliotheek.
Van den heer Mr. L. A. J. W. Baron Slokt:
Verbeteringen m Sloet's oorkonden boek der Graaf
schappen Gelre en Zutphen.
Aankoop:
1.Vervolg van ,1e Hansi.che G.sckichtblStter, j.argaog
tegen de jaarlijksche contributie van f 5
Bo8chou^^n van den waterstand in het district
Zutphen, met kaarten en profielen.
•V Mr. G. A. de Meestee, de Staten van Gelderland van
hun oorsprong tot heden; 2 deelen 1850.
4. Tegenwoordige staat der Yereenigde Nederlanden,
de deel. (Beschrijving van Gelderland.) Amster
dam 1740.
schenhen^US0Um navolg°",le ge"
Van Mr. K. A. Fockema, Wethouder te Zutphen:
en wat waarde en oudheid aangaat zeer belangrijke
verzameling van 24 munten.
Van het stedelijk bestuur van Vincennes (Frankrijk)
- J lnn van Zutphen, 1661. (Zie gelijke plaat bij
DLICHTENHORST.)
Van Mr. A. Verhuell te Arnhem:
3 Zijn boekje, getiteld Gelderland, behelzende opgave
van zijne verzameling teekeningen en prenten "on
der meer op Zutphen betrekking hebbende.
3
Door aankoop werden gekregen:
1. Stuiver van Gelderland, 1789.
2. Gouden rosenobel van Philips II, Koning van Span
je Hertog van Gelderland en Graaf van Zutphen,
1579.
3. Groot van Hertog Reijnald III.
4. Gouden rijdergulden van Hertog Karei van Gelre,
1492—1538.
5. Zutphensche achtentwintig, 1660.
6. Afbeelding (portretten) van het leggen van den eer
steen van de Spoorwegbrug door Z. M. AVillem
III, op 22 October 1863.
7. Gezicht op Zutphen en de Spoorwegbrug, genomen
van den Vliegendijk.
8. Van Mieris, Historiepenningen en munten der Ne-
derlandsche Vorsten.
Museum en archief werden weinig bezocht, al is het,
dat de meeste bezoekers hunne namen niet in het regis
ter schrijven. Enkele malen werden door belanghebben
den de archiven geraadpleegd en ook, met toestemming
van Burgemeester en Wethouders, naar huis medege
nomen.
Klaagde de Archivaris in zijn verslag over 1882 over
het gebrek aan gelegenheid tot berging, het is er niet
beter op geworden en noodzakelijk dient daarin spoedig
voorzien te wordendoor het aanbrengen van meer
kasten.
De Archivaris ging voort met de inventarisatie van
de oorkonden, op de gestichten betrekking hebbende.
Door zijne benoeming tot lid van den Gemeenteraad
was hij genoodzaakt zijne betrekking neder te leggen,
looi.