50 of wol elders domicilie van onderstand haddenis beta- ling gedeclareerd, terwijl de overige 48 als te Zutphen armlastig gratis verpleegd werden. Van die lij dei s heb ben 93 bet gasthuis verlaten als hersteld en zijn 16 in hetzelve overleden, zoodat met het eind van 1864 nog in behandeling bleven 14 patiënten, zijnde 7 mannen en 7 vrouwen. In het Geneeskundig Gesticht voor krankzinnigen werden 406 lijders, bestaande uit 212 mannen en 194 vrouwen, verpleegd en bevonden zich onder deze 10 mannen en 21 vrouwente zamen 31die domicilie van onderstand al hier hebbende, gratis verpleegd zijn. Gedurende 1864 zijn uit het gesticht ontslagen en in hetzelve overleden 64 personen, zoodat op uit0 December het aantal verpleeg den bestond uit 342 en wel met 180 mannen 162 vrouwen. In het ziekenhuis en Lazareth heeft het bedieningsper soneel geene verandering ondergaandan alleen dat 1 op passer is overleden en door een ander vervangen, zoodat hetzelve ook nog bestaat uit 1 ziekenvader, 1 ziekenmoe der, 2 mannelijke en 2 vrouwelijke bedienden. Het personeel van de oeconomie van het O. en N. Gasthuis bestaat, even als vroeger uit 2 keukenmeiden, 2 werkmeiden, 1 melkmeid, 1 linnenmeid, 1 kok, 1 bak ker, 1 stalknecht, 1 tuinman, 1 huisknecht en een por tier (gehuwd). In het Krankzinnigen-Gesticht zijn in hunne respec tieve betrekkingen werkzaamIn de afdeeling voor man nen 1 huismeester, 1 opzigter, 18 oppassers, 1 kleer maker 1 metselaar2 timmerlieden4 verwers1 kamer behanger, 1 schoenmaker. Deze negen werklieden wonen buiten het gesticht en genieten geene andere belooning dan hun daggeld. In de afdeeling voor vrouwen 1 huismeesteres, 19 op- pasters en 1 naaister. 51. De in het ziekenhuis en Lazareth verpleegde zieken werden behandeld door den Stads Geneesheer J. van DER Elst en den Stads Heelmeester J. van Ze lm en de pa- tienten in het Krankzinnigen-gesticht door den Heer A. II. van Andel als 1° geneesheer en den Heer S. A. van der Chijs, als 2C geneesheer (zijnde laatstgenoemde bij besluit van Heeren Gedeputeerde Staten van Gelder land, van 30 December 1863 N°. 25 op voordragt van provisoren als zoodanig benoemd); voorts door den Heer J. van Zelm als heelmeester. Uitgezonderd enkele gevallen van besmettelijke ziekten was de gezondheids-toestand over het algemeen gunstig te noemen, en werden gedurende 1864 vier personen minder ter verpleging opgenomenterwijl het meerendeel der pa- tienten leed aan catharale koortsen, waterzucht, bloedspu wing klierziekte enz. De lijders in het ziekenhuis worden even als vroeger bezocht door den krankenbezoeker J. de Vries en hield deze des Zondags namiddags godsdienstoefening met hen. De lijders in het Krankzinnigen-gesticht, welke door den lc geneesheer als daartoe geschikt waren aangewezen, woonden voortdurend de godsdienstoefeningen bij in het daartoe ingerigt locaal en wel die van de protestantsche godsdienst des zondags voormiddags en van de II. C. be lijdenis des maandags middags. De patiëntenwelke ge acht werden dit te behoeven of dit verlangdenontvingen eenmaal 's weeks eene godsdienstige toespraak van den betrokken geestelijke, die bovendien in buitengewone om standigheden onverwijld tot hen geroepen werd. Tot meerdere stichting en betere leiding van den zang bij de godsdienstoefeningenis een orgel aangekocht en in de kerk geplaatst. De inkomsten van het huis bestonden in pachten en vruchten van vaste goederen, renten van kapitalen, ver goeding van de verplegingskosten enz. ten bedrage van

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1864 | | pagina 27