46 1 melk-, 1 linnenmeid, 1 kok, 1 bakker, 1 stalknecht, 1 timmerman, 1 huisknecht en 1 portier. In het Krankzinnigen-Gesticht waren in hunne respec tieve betrekkingen werkzaamIn de afdeeling voor man nen 1 huismeester, 1 opzigter, 17 oppassers, 1 ldeer- maker 1 metselaar2 timmerlieden4 verwers1 kamer behanger en 1 schoenmaker. Laatstgemelde 9 werklieden zijn buiten het gesticht woonachtig en genieten geen an dere vergoeding dan hun dagloon. In de afdeeling voor vrouwen: 1 huismeesteres, 1 opzigteres19 oppassters en 1 naaister. De opzigteres was slechts tot 20 Augustus werkzaamop welken datum zij uit hare betrekking werd ontslagenen aangezien de behoefte niet werd ingezien, haar terstond door eene an dere te doen vervangen, zoo is de bedoelde betrekking nog onvervuld gebleven. Door den Stads Geneesheer H. W. C. DE Jong en de Stads Heelmeester J. van Zelm werden gedurende het afgeloopen jaar de in het Ziekenhuis en Lazareth ver pleegde lijders genees- en heelkundig behandeld, terwijl even als vroegervoor de genees- en heelkundige be handeling der verpleegden in het Krankzinnigen-gesticht de Ileeren J. N. Ramaer tot 1 October als eerste, en Tii. Kroon JIIz. tot 1 April als tweede geneesheeren J. van Zelm, als heelmeester werkzaam waren. Door de benoeming van den Heer Th. Kroon JIIz. tot geneesheer bij het St. Joris Gasthuis te Delft, is met 1 April 1863, diens plaats bij het Gesticht alhier vervangen door den Heer Dr. A. H. van Andel, des- tijds genees- heel- en verloskundige te Brielle, daartoe benoemd ten gevolge eener door Provisoren gedane voor- dragt bij besluit van Heeren Gedeputeerde Staten van Gelderland, van den 9 Februarij 1863, no. 23, en heeft deze na het vertrek van den eersten Geneesheer van af den 1 October j.l. diens functiën waargenomen en is in 47 den loop dier maand definitief als zoodanig benoemd. De gezondheidstoestand was over het afgeloopen jaar gunstig te noemen, daar men nagenoeg bevrijd mogt blij ven van besmettelijke ziektenalleen venerische maakte daarop eene uitzondering; van de 24 personen toch, in het Lazareth opgenomen leden en 7 aan typhus, terwijl de overigen wegens venerische ziekten gedurende geruimen tijd daarin werden verpleegd, zijnde 12 meer dan het jaar te voren. Het getal der in het ziekenhuis opgenomenen bedroeg 127 en was dus 11 meer dan het jaar te voren. Het meerendeel van hen leed aan catharale koortsen water zucht bloedspuwingklierziekte enz. De krankenbezoeker J. de Vries bezocht even als vroeger de lijders in het ziekenhuis en hield des Zondags in den namiddag godsdienstoefening met hen. De lijders in het Krankzinnigen-gesticlftwelke als daartoe geschikt door den eersten Geneesheer waren aangewezen, woon den bij voortduring des Zondags in het daartoe als kerk ingerigt locaal de godsdienstoefening bij. Die oefening wordt in den voormiddag gehouden door een der predi kanten van de Protestantsclie Godsdienst, en des Maan dags in den namiddag op hun eigen verzoek door een dei- Geestelijken van de R. C. gemeente alhier, respective-, lijk met de tot iedere gezindte behoorende patiënten. Die lijders, welke geacht werden zulks te behoeven, of dat verlangden, ontvingen geregeld eens in de week eene godsdienstige toespraak van den predikant Erdbrink ter wijl in buitengewone omstandigheden de betrokken geeste lijke onmiddelijk wordt ontboden. De inkomsten van het O. en N. Gasthuis bestonden in pacht en vruchten van vaste goederen, renten van kapi talen zoo mede uit vergoeding van verplegingskosten tot een bedrag van ruim ƒ95000, waarmede de uitgaven wor den bestreden.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1863 | | pagina 25