30
een te Rotterdam (thans overleden)een te Groningen on
eindelijk een als Teekenmeester bij de Industrie-school te
Haarlem.
Bovendien verlieten zeer velen de schooldie wegens
hunne vorderingen in de bouwkunst of door het keurig
teekenen naar pleister of wel door hunne bedrevenheid in
de boetseerkunst, en sommigen zelfs bij herhaling, met
de zilveren medaille of andere hooge prijzen begiftigd
werden.
Het getal leerlingen, hetwelk in 1862 193 bedroeg, is
in het afgeloopen jaar geklommen tot 199, waarvan 95
onderwijs in de handteekenkunst en 74 in de bouwkunst
hebben ontvangen, van welke laatste 20 tot den gegoeden
stand behooren. Aan de oefeningen op de werkscliool na
men 30 jongelieden deel, waarvan 10 behoorden tot. den
gegoeden en 20 tot den handwerkstandvoorts werd aan
24 leerlingen het onderwijs gratis verstrekt, waarvan 14
in het handteekenen en 10 in het bouwkunstig teekenen,
terwijl eindelijk voor 25 leerlingen het schoolgeld door be
gunstigers werd betaald.
Het onderwijs in het rekenen werd door den onderwij
zer Plat aan 18 leerlingen, in drie afdeelingen gesplitst,
geregeld en oordeelkundig gegeven en gaven de jongelin
gen bij vernieuwing aan het Bestuur zeer voldoende proe
ven van hunne vaardigheid in het oplossen van eenige voor
stellen op de lei en het bord.
Deze school werd steeds ruimschoots door hot Gemeente
bestuur ondersteund, en de in de laatste jaren daarvoor
ingerigte stedelijke localen werden herhaaldelijk door het
Bestuur geroemd.
De localcn van de Gymnastic waren goed en behoefden
geene verandering te ondergaan.
De Gymnastie-school werd druk bezocht en haar toe
stand was als over 1862.
De in 1858 opgerigte Zwemschool is staande gebleven.
31
Om den weinig warmen zomer werd zij echter weinig
bezocht.
HOOFDSTUK X.
Armwezen.
Het Armwezen bleef in 1863 alhier in den toestand van
vroeger, onderging althans geene merkbare verandering.
Het getal bedeelden was ook niet grooter dan in vroe
gere jaren.
Het vorig jaar was gunstig voor werkzaamheid en de
gelegenheid om door handenarbeid iets te verdienenwas
ruimschoots voorhanden. De vooruitzigten blijven dien
aangaande bemoedigend. De onderscheidene Diaconiën heb
ben zich op lofwaardige wijze het lot blijven aantrekken
van liendie geacht konden worden tot hunne administra
tie te behooren.
De Protestantsclie Inrigting van Weldadigheid bleef ge
durende het afgeloopen jaar werk verschaffen aan belioef-
tigenen ouden en gebrekkigendie niet meer konden
werkenom niet te bedeelen. Zij mogt op nieuw vol
doende ondersteuning bij de ingezetenen ondervinden. Even
als in de voorgaande jaren bepaalde zich het werk tot
hot vervaardigen van breeuwwerk en manden.
Op den 15 December werd het eerste werk uitgegeven,
terwijl de laatste betaling van het loon op den 2 April
plaats had.
Gedurende dien tijd werden verwerkt 1 (425 Xed ft touw
tot 13707 Ned. S breeuwwerk en 118 Ned. bindrotting
tot manden. De zachte winter en de overvloed van alom
te bekomen arbeid maaktendat betrekkelijk weinig ge
bruik werd gemaakt van de gelegenheid tot werken, door
de inrigting aangeboden.
De inrigting had in vaste dienst een opzigter en 7 vaste