6
Onder de stukken in de aangehaalde deelen zijn vooral
belangrijk vele stukken omtrent Lochem, fSchuilenburg)
welks Archief in het oorspronkelijke en in kopij voor
een groot gedeelte aanwezig is, UI ftVoorst, Vervolde
en vooral Zutphen. Onder de laatste rubriek beginnen
de Aanteekeningen met het jaar 1325 en loopen tot
1750, terwijl zij ongeveer alle geput zijn uit Charter
boeken en verzamelingenwelke hier ter stede niet
aanwezig zijn.
2°. Vier folio deelen, namelijk:
a. Een klein kwarto boekjegetiteldReformatie
der landrechten, gebruyken end gewoonheyten der graaf
schap Zutphen; gedrukt te Arnhem bij Jan Janssen 1604;
dit is geheel doorschoten met folio bladenwaarop eene
menigte regtskundige aanteekeningen en opmerkingen
geschreven zijn.
b. Een dito boekje, getiteld; Gereformeerde en ge-
ampliceerde Stadrechten van Zutphengedrukt bij de we
duwe J. van de Spuijck te Zutphen in 1742, waar ach
ter volgen een Reglement op den Weezencamer binnen
de stad Zutphen en een Orde en Reglement voor disolate
en insolvente boedels binnen de stad en Schependom van
Zutphen. Deze stukken zijn ook met folio papier door
schoten en voor het grootste deel met Aanteekeningen
en voorbeelden van regtszaken van de 17e eeuw op
geluisterd.
c. Een geheel geschreven boek met statuten en or
donnantiën van de stad Arnhem, beginnende 1 Januarij
1612, loopende tot 14 Februarij 1728, en
d. Een dito boek voor Nijmegen, beginnende 30
December 1582 en gaande tot 1644.
Deze beide onder c en d vermelde boeken werden
alleen aangekocht, omdat zij met de onder a en b
genoemde één koop uitmaakten.
7
Door veelvuldige drukten is het in gereedheid bren
gen van het vervolg op den Catalogus van het Archief
vertraagd geworden.
In 1861 zijn eene menigte rekeningen en stukken
van het voormalig geestelijk Rentambt, die alhier wa
ren verbleven, maar te Arnhem behoorden, derwaarts
opgezonden.
De begraafplaatsen zijn in den besten staat en daarop
wordt goed toezigt gehouden.
Bij voortduring voldoet het bestaande Reglement uit
muntend en geeft tot geenerhande klagte aanleiding.
Dewijl de gemeentewet het gebiedend vorderde, is te
zijner tijd eene nieuwe verordening voorgedragen. Met
voldoening werd dan ook vernomen, dat de behande
ling der voorgedragen verordeningen telkens was ver
traagd.
HOOFDSTUK IV.
Geldmiddelen.
Van af de opening van het dienstjaar 1861 tot en
met de Maand Maart j.l., is voor die dienst ont
vangen
Wegens Buitengewone Ontvangsten, met inbegrip
van het batig slot van het dienstjaar 1860, eene som
vanf 15345.76
Hieronder zijn gerangschikt:
Vroegere diensten. f 1549.64
Verkoop van Gemeente
eigendommen. 10226.65
Transportere. f 11776.29 f 15345.76