42
43
Jhz. terwijl de Heer J. van dee Elst, op zijn
verzoek, als zoodanig werd ontslagen.
Even als vroeger, namen de dienst van het Krank
zinnigen-Gesticht waar 2 geneesheeren en 1 heel
meester.
Als een gevolg van de ten vorigen jare hier ter
Stede heerschende ziektenwas het getal opgenomen
en verpleegde zieken, aanmerkelijk grooter dan over
1858, en bedroeg 188 lijders. Onder deze waren er
103die als hier ter Stede domicilie van onderstand
hebbendeen tot de behoeftige niet bedeelde inge
zetenen behoorende, om niet zijn verpleegd, en 85
die voor rekening van anderen GemeentenDiaconie-
besturen en voor eigen rekening zijn verzorgd.
Van deze hebben, als hersteld, liet Gasthuis verla
ten 149 personen, en zijn overleden 30. liet getal
der op 31 December aanwezige, bedroeg 17, als 8
mannen en 9 vrouwen.
Voor het godsdienstig kranken-bezoek en toespraak
werd als gewoonlijk gezorgd.
De geldmiddelen van het huis zijn in goeden staat.
De werken tot aan- en verbouw van het Gesticht,
volgens het bekende algemeene planvoor het meeren-
deel uitgevoerd zijnde, bepaalden zich de verrigtingen
tot meer ondergeschikte deelen als bij de stallen, het
maken van een ruimen gemetselden mestbakmet daar
mede in verband staande mest- of gierput; het op
bouwen van eene overdekte bergplaats voor wagens,
karren en landbouwgereedschappenhet ten deele
bestraten, ten deele afrasteren en als moestuin in-
rigten van de opene ruimte achter de stallingen.
De tuinen bij het Gesticht werden behoorlijk ge
planeerd, aangelegd en beplant, en met zomertenten
en kooitjes voor pluimgedierte voorzien.
Bij de afdeeling voor vrouwen konden de tuinen
bij gemis aan terrein nog niet zoodanig ingerigt wor
den als wel bij het plan was aangenomen. Door aan
koop evenwel van de zoogenaamde droogte enz. van
den Heer Roosegaarde, zullen eerlang de tuinen uit
gebreid en bij de afdeeling zieken de nog ontbrekende
verkregen worden. Voor een gedeelte zal het be
doelde terrein dienstig gemaakt worden voor bleekerij,
terwijl tevens de nog ontbrekende droogerij en berg
plaatsen van brandstoffen zullen aangelegd worden
waartoe de bij den koop verkregen droogloodsen
reeds zijn opgeruimd en de grondslag is gelijk ge
maakt.
De verbetering der boerenerven wordt over het al
gemeen zelfs met opoffering van kosten en moeite
door de pachters zooveel mogelijk bevorderdzoo wel
door het in cultuur brengen van woeste gronden, als
door het meer productief maken van weideland.
Ten opzigte der gebouwen op die erven is in het
noodige onderhoud voorzienterwijl aan dat op het
erve Lentink het achterhuis, en van het erve Coersel
een zijvertrek is vernieuwd.
Door het steeds voortgaan met het aanbrengen van
verbeteringen aan de akkermaalsbossehenen ten ge
volge van den hoogen koers der schors, waren de
inkomsten van het akkerhout over het afgeloopen jaar
gunstig te noemen,
Met het aankweeken van deze en andere houtsoor
tenwordt steeds voortgegaan; daartoe zijn in 1859
nog uitgepoot p. m. 8500 eiken stekken400 dito
heesters, 280 beuken, 200 populieren, 2000 elzen
en berken en 1300 fijne dennen.
Zooveel mogelijk is men op onderscheidene plaatsen
voortgegaande woeste gronden in cultuur te bren-