166
ADRESBOEK VAN ZUTPHEN.
het graf en de doodbaar: le kl. 22.2e kl. 11.3e kl.
3.—, 4e kl. 0.40.
Voor het begraven van een lijk van een persoon beneden de
12 jaren wordt de helft en van een kind beneden het jaar 7<
van bovengenoemde rechten betaald.
Verder wordt betaald
Voor het plaatsen van kruisen, zerken, hekwerken, boomen
of struikgewassen is verschuldigd een recht van 25.voor
het aanleggen van graftuinen een recht van 10.met dien
verstande, dat het recht nimmer meer dan 50.voor hetzelfde
graf bedraagt.
Onder het aanleggen van graftuinen wordt verstaan het be
planten met bloemen of struikgewas, niet hooger dan ongeveer
75 c.M. en of het versieren van een graf met een steenen band
of rollaag, al dan niet met bijvoeging van marmerslag, grint,
schelpen of dergelijke.
Voor het plaatsen van een gedenkteeken is verschuldigd een
recht van f 100.
Voor het plaatsen van een opstaand geschilderd houten bordje
of zerkenpaaltje is verschuldigd: in de 3e klasse een recht van
5.—, in de 4e klasse een recht van 2.50.
Voor het onderhoud van een bordje of paaltje in de 3e en 4e
klasse een recht van 1.
Het onderhoud van bordjes of paaltjes, geplaatst op graven
in de 3e en 4e klasse, kan tot het tijdstip waarop die graven
geroerd worden, bij besluit van Burgemeester en Wethouders
door de gemeente worden overgenomen tegen betaling van een
som van 10.per bordje.
Voor het van gemeentewege onderhouden van graven en al
hetgeen daarop is geplaatst, is voor elk kalenderjaar of ge
deelte daarvan en voor elk graf voor de eerste maal binnen een
maand na het betrekkelijk besluit van Burgemeester en Wet
houders en verder bij vooruitbetaling telkens in de maand
Januari verschuldigd: in de le klasse: voor een graf met één
zerk een recht van 4.voor een graf met twee zerken een
recht van 6.50, voor een graf met drie zerken een recht van
9.voor een graftuin bovendien een recht van 4.In de
2e klasse: voor een graf met één zerk een recht van 3.
voor een graf met twee zerken een recht van 5.voor een
graf met drie zerken een recht van 7.voor een graftuin
bovendien een recht van 3.
Voor het begraven op een buitengewoon uur is een recht van
10.verschuldigd. Voor het plaatsen van een lijk in de lijk-
kamer 1.—. Voor het openen en sluiten van een grafkelder
5.Voor het opruimen of verzetten van een kist 1.50. Voor
het lichten en weder opleggen van een zerk op een graf 2.—.
ADRESBOEK VAN ZUTPHEN. 167
Brandwezen. Commandant A.- Wilbrenninck, Onder-comman
dant J. H. A. Albrecht.
Brandraad. A. Wilbrenninck, voorzitter (T. 355), J. H. A.
Albrecht, vice-voorzitter (T. 135), G. J. van Laar (T. 357),
H. Levison (T. 196 overdag, T. 143 des nachts) en A. A. L.
Tappers (T. 266), leden. Secretaris: H. N. B. van Santen. Bode:
R. H. Jansen.
Hoofdpost Brandweer. Paardenwal 5, teleph.nummer 396.
Vaste brandwachts: J. H. Coenders, D. J. Muller, G. J.
Arentsen en J. van Huffelen.
Motorspuit. OpperbrandmeesterF. C. Fangman. Brand
meesters F. G. Remmelink en G. Kelholt.
M e c h. ladder en rookmasker. Opperbrand
meester: D. J. P. Harbach (T. 381). Brandmeesters: W. An-
nema en J. W. H. Garvelink (T. 88).
.Slangenwagen I (Raadhuissteeg). Opperbrandmeester
J. H. Bartels (T. 141). BrandmeestersG. J. van Bosheide en
M. Evers.
SI an gen wagen II (Graaf Ottosingel). Opperbrand
meester: B. G. Landeweert (T. 361). Brandmeesters: J. H.
Beijers (T. 75) en G. R. Wesselink.
Slangenwagen III (Paardenwal). Opperbrandmeester:
A. A. L. Tappers (T. 266). Brandmeesters: W. G. van Omme
(T. 429) en D. J. W. van Gulik.
Slangen wagen IV (Nieuwstad). Opperbrandmeester
K. Siersma (T. 320). Brandmeesters: M. J. Hesselink en J. J.
Steup.
Slangenwagen V (Broederenkerkplein). Opperbrand
meester: W. J. Meijerink (T. 16). Brandmeesters: L. C. W.
Taminiau (T. 44) en G. C. Haijtink.
Slangenwagen VI (Havenstraat). Opperbrandmeester:
H. Levison (T. 196 overdag: T. 143 des nachts). Brandmeesters:
E. G. Denneboom en J. Sievers.
Slangen wagen VII (Politiebureau). Opperbrandmees
terF. G. A. Reesinck (T. 129). Brandmeesters: G. van Zeben
(T. 478) en J. Schoonman (T. 596).
Slangenwagen VIII (Deventerweg, politiepost). Op
perbrandmeester: D. A. van Eldik (T. 323). Brandmeesters: J. L.
Bakker (T. 12) en J. W. Wunderink (T. 169).
Vaste aanjager (Weg naar Laren). Opperbrandmees
ter G. A. Bokhorst. BrandmeestersG. Braskamp en N. Schaap.
Spuit 4 (Hoven). Opperbrandmeester: G. J. van Laar
(T. 357). Brandmeester: J. H. van Breeschöten.