126 ADRESBOEK van STAD-DOETIN CHEM.
Nek (W. J. van)in kruideniers- en ijzerwaren.
♦Nieuwenhuis (H.)verwer.
Nuenen (W. J. H. van)pastoor.
fNusselder (F.), landbouwer.
-[♦Nusselder (H. J.), landbouioer.
*Nijenhuis (E. C.)landbouwer.
Nijhof, geb. Scheidius (wed. C. S. W.).
Nijhuis, geb. Sachtleven (wed. G. J.).
•[♦Nijhuis (M. E.), rentmeester.
Obbeek (wed. J.), in kruidenierswaren.
01 thuis (D.), in kout en turf.
Ouwersloot (D.)particulier
Overling (wed. A. A.)touwslagerij.
Pantekoekgeb. de Kup. (wed.)
-[♦Pasteur (J. D.), notaris.
Pasteur (dames J. H. en S. M. A.)
+*Perlsteijn (H. L. van), stads bank van leening.
♦Perlteijn (Ph. van), koopman.
Philips (Ph.), koopman in manufacturen.
-[♦Pinkc (J. F.)houtkandelaar.
-[♦Planten (C.)genees-, keel- en verloskundige.
Planten (dames F. en M. H.)
Polsman (H. J.), vrachtrijder.
Pot, geb. Pantekoek (wed.)
f*Proot (A.), agent Maagdenburger brandwaarborg-maatschappij.
-[♦Raadgeep (W. J.)boelc- en papierhandelaar.
•[♦Rademaker (E.) in kruidenierswaren en vrachtrijder
•[♦Rademaker (G.)bakker.
♦Rademaker (G. J.)schrijnwerker.
f*Rademaker (J. P. A.)schrijnwerker en in kruidenierswaren.
f'Rademaker (P.)logement de Ploeg.
Remmelink (G. J.), kuiper.
Remmelink (H.), manufacturen, garen en band.
■[♦Renssen (T. H.)apotheker.
ADRESBOEK van STAD-DOETINCHEM. 127
-[♦Resink (B.)smid.
-[♦Resink (11.)brood-, koek- en banketbakker.
Rcsthaler (G. M. R.)hoofdonderwijzer
Reichenberg (M. L.), in manufacturen.
Ringelenberg (H.)goud en zilverlcasthouder en horologiemaker
-[♦Roelofs (A.), koopman in hout, kolen en gruis.
Roelofs (H. L.), hoofdonderwijzeres in de bewaarschool.
Rocs (H.)kuiper.
Roes (J. W.)kuiper.
f*Roosen (G. J.), particulier.
-[♦Sagleven (H.)molenaar en bakker.
•[•♦Sanders (D. J.), particulier.
Sanders (D. H.), muzijkmeester
Sanders (G. G.)verkoophuisboek- en papierhandel.
Sandt (1. B. van der)zadelmaker.
Sachtleven (G. H.)koper- en blikslager.
Schimmel (G. J.), omroeper.
♦Schneider (G.)timmerman.
Schneider (wed. J. A.)smidse.
♦Schneider (M.)smid.
Seis (Mej. S. C. J. W. Westerhoff)
Scmmelink (G. W.)in kruidenierswaren.
Sevink (H.)verteer.
•[♦Scvinck (S. A. B.)timmerman.
•[♦Simons (D.), burgemeester.
♦Sironde (C.), schoenmaker.
-[♦S'kene (H.)schoenmaker en winkelier.
•[♦Smink (1. 1. I.) broodbakker.
•[♦Smits (G. E.)stads heel- en vroedmeester
•[♦Splicthof (J.)klompenmaker.
Schmidt (J. A.)in grof en Jijn aardetoerk.
Steenbergen (D.), barbier.
Steenmeijer (P. C.)rijks ambtenaar.
Steijns (J.), barbier.