122 ADRESBOEK van STAD-DOETINCHEM.
Bruin (Dames B. en G. J. P. de).
Bussink (C.)timmerman.
f*Bitters (B.)smid.
f*Boddendijk (B. L. Coninck)koopman.
*Breuker (G. J. G.), kleermaker.
Breda, geb. Sagleven (wed. J. F. van).
f*Bruggencate (B. ten)apotheker.
Bruil (D. J.)smid.
f*Bruil (M.), in kruideniers-, ijzerwaren en manufacturen.
*Bulten (E. J.), smid.
*Bultermun (B. M.)broodhakker.
f*Bulterman (G. A.)smid.
f*Burgers (J.)gep. luit. kolonel.
f*Burgers (L. A.)gep. kapitein.
f*Bussink (D. J.)landbouwer.
f*Buijs (S. M.)brood-, koek- en banketbakker.
t*Cappelle (F. van)rector der Latijnsche school.
Cappelle (J. P. van)boekhandelaar.
f*Coeverden (Mr. J. T. van)kantonregler.
Colenbrander (H.)timmerman.
f*Coolhaas (W.)particulier.
•J-*Coops (B.)broodbakker.
f*Coops (C. E.)brood-koek- en banketbakker.
-|-*Coops (D.)gemeente-ontvanger
f*Coops Bzoon (H.) broodbakker.
Coops, geb. Coops (wed. H.).
f*Coops (H. H. T.), gep. vice-admiraal.
Coops (J. M.)wijnkooper.
f*Coops (K.)olieslager.
Coops, geb. Kindermann (wed. P.).
*Delsink (S.), klompenmaker.
Derksen (A.)mandenmaker.
f*Dicker (W. S.)rijtuigverhuurder en vrachtrijder
Diest (fireule I. C. van).
ADRESBOEK van STAD-DOETINCHEM. 123
*Dillen (G. van), stoelenmaker.
Dillen (J. van), timmerman.
-j-*DijckerMzoon (S.)landbouwer.
Dijk (J. M. van)pred. bij de Chr. Af geselt, gemeente.
*Eelde (C. M. van)particulier.
f*Ecrligh (II. J.), wethouder.
t*Eerten (B. J. Westerbeek van)Geref. predikant.
f*Elbers (H.)timmerman en winkelier.
Enck (J. F.), broodbakker.
Esmeijer (H. J. J.)rijksambtenaar.
Faasscn (H. W.), schoenmaker.
Florimont (.T. F. de)agent van een begrafenisfonds.
Funcke (F. J. Tparapluie en pettenmaker.
j-*Gans (D.)koopman.
f*Gans (J.)in manufacturen.
f*Geflen (J. van)deurwaarder en agent der Zutphensche Brand-
Assurantie Maatschappij
Geffen (H. A. J. van)brievengaarder
Gerritsen (wed. J.)in kruidenierswaren en manufacturen.
f*Giessink (W.)in manufacturen.
j-*Gompertz (D. M.), in manufacturen.
Graaf (B. van de)vrachtrijder
f*Grobben Sz. (H.), in kruidenierswaren.
*Grobbcn (G. B.), touwslager.
Haaxsman, geb. de Riemer (wed.).
*Hackfoordt (L.), winkelier.
Haeften (Jonkh. D. van)gep. officier.
f*Haeftcn (Jonkh. P. A. van)rijks-ontvanger
Haeften (Jonkh. P. A. C. M. van), kandidaat notaris.
Haffmans (H.), orgelmaker.
f*Hasscls (E. J. C.)in kruidenierswaren en lioutkooper
-j-*IIecckeren (A. van)particulier.
Heijden (W. van der), rijks ambtenaar.
Hemelrijk (M. B.)Israëlitisch onderwijzer.