70
ADBESBOEK van ZUTPHEN.
Art. 46.
Bij vriezend weder zal niemand de straat of where mogen schrobben.
Art. 47.
Niemand zal sneeuw of iets anders van zijn dak, goot of andere verhe
venheid op zijne where, de straat of den openbaren weg, mogen werpen
of doeD werpentenzij er iemand beneden sta om de voorbijgangers tijdig
4e waarschuwen.
Al wie sneeuw of iets anders heeft nedergeworpen of doen werpenof
ook uit binnenplaatsen of van elders heeft gebragt of doen brengen op de
straat of den openbaren weg, is verpligt die voorwerpen onmiddelijk over
liet midden der straat of van den openbaren weg, te slegten of te doen
slegtenen op aanzegging van de politie naar de daartoe van stadswege
aan te wijzen plaats te vervoeren.
Art. 48.
Ieder ingezetene is verpligt de sneeuw, die door den wind of eenige
andere oorzaakbuiten die in het vorig artikel genoemdaan hoopen ligt
voor en langs zijne where, tot op de helft van de straat gelijk te maken
of te doen gelijk maken.
Art. 49.
Ieder ingezetene is verpligt om binnen den tijdtelkens daartoe bij
openbare afkondiging, door middel van omroeping, door den burgemeester
te bepalen, de sneeuw vóór en op zijne where, tot op het midden der
straat, en het ijs uit de goot los te hakken en op te ruimen of te doen
loshakken en opruimen en om de sneeuw en het ijs, naar de van stads
wege aan te wijzen plaats te vervoeren of te doen vervoeren.
Art. 51.
De overtredingen van voren staande bepalingen worden gestraft met
eene geldboete van één guldenbehoudens de bevoegdheid (art. 52) van
Burgemeester en Wethoudercn tot het des noods ten koste der overtreders
doen wegnemenbeletten of verrigten van hetgeen in strijd met die
bepalingen wordt daargesteldondernomen of nagelaten.
Verdere stedelijke ambtenaren en bedienden. Architect
D. J. Itz. Belast met hel dagel. opzigt over de stadswerken
en gebouioenW. van Veen. Bibliothecaris en Archivarius
Dr. W. J. A. Huberts. BrugtoachlersJ ten Hove en J. J.
v. Wouw. Kaai- en havenmeesterA. L. Valkenholl'.
ScheepscommissarisH. A. Mast. Comm. van het Rijn en
Ussel Rotterdammer beurtteer, M. Sclmltz. Waagmees-
terB. II. Sabel. VischafslagerG. R. Teerink. Hooi-
ic eg erG. Lintvelt. Korenmeters: A. Sikkink, J. W. Neu
en G. .1. Graflelman. HouttellerA. L. Nieuveld. Hout-
meterKotenmeterE. Haijtink. ReinmakerH.
ADKESBOEK tas ZUTPHEN. 71
Tan Eekeren. Omroeper en AanplakkerKlok
luiders A. A. van Dick en H. Derksen. - Torenwachter,
L. Bobbink. Keurmeester van het slagtvee4. W. 'Vriesc-
kólk. Marktmeester, B. Bakhuis. - WeidegretenB.
Makkink en J. W. Vriesekolk. Aandrijvers van het vee:
L. Bobbink en J. G. Mecksenaar.
Tot hot gebruik der weiden de Mamth en Helbergen tljn alleen bevoegd
ingezetenen dezer gemeentedie aed.rt een jaar hier hnn werkelijk verhipt
houden en in de gemeente lasten dragen. Op hen die ee„ eujm mar op
deze weiden hebben en daarvan gebruik wenschen te maken, zijn mene
deze bepalingen toepasselijk.
Men moet volle eigenaar ,yan het vee zijn en mag met meer dan twee
waren op deze weiden laten opbranden, tenzij men eigenaar !s vaneen eigen
vaar en meer dan vier melkkoeijen bezit, in welk geval men 5 of 6 melk
koeiien mag doen opbranden de eigenwaar hieronder begrepen.
Het vee mag op deze weiden niet worden vet geweid. Zij die
hebben maken hierop uitzonderiugdoch mogen alsdan geen stads- of bu
srerwaar pachten.
Hij die 1 of 2 waren laat opbrandenraag tevens een vaarsom aai
te fokken, doen opbranden.
Een stierhuuder meg tot schadeloosstelling voor eiken stier in het voorjaar
drie koeijen op deze stadsweiden kosteloos weiden. Bulten magtiging
Burgemeester en Wethouderen mag geen rund gedurende den grna.tgd van
de stadsweiden worden afgenomen, of gedurende dien tijd daar op gebragt
behalve voor het geval dat de ko.ijen naar den .tal van dun
worden geleid om gedekt te wordenop poene eener geldboete van ld.
Algemeene Begraafplaats: Opsigter en Doodgraver,
J. Brester. lsraêlietischc Begraafplaats: Opeujter en
Doodgraver, M. M. Dormits. Aansprekers: J. A. F. Andncs-
sen, H. de Groot en J. W. Bos.
Koopsom van grafsteden op de algemeene begraafplaats in de eers'* J1*"*-
50, in de 2c klasse 10, waarvoor men erlaugt de noodige grond voor
Voor3 het begraven wordt aan de gemeente voor retributie betaald
in de le klasse le rang in liet geheel 16.
Van ouds naarmate van één of wel twee aansprekers wordt gebruik gemaakt.
Van een kind beneden de 12 jaren in het geheel 5.
In de 2e klasse der graven in het geheel 1,15.
voor een kind als boven 0,40.
In de 3e klasse der graven voor minvermogenden en vervangende het
vroeger zoogenaamde Burgerkerkhof in het geheel 0,60.
voor een kind als boven0-*u-