f TI
8
9
1.
Het overblijvende deel, ad f 154.000, van het tekort kwam voor rekening van
hoofdstuk VI (openbare werken) tot een bedrag van f 32.000.—
(gevolg van hoogere onderhoudskosten, loonen en sociale lasten)
hoofdstuk IX 1 (armenzorg) voor 30.000.
(f 19.000 meer voor het burgerlijk armbestuur, benevens hooger
geraamde kosten van ziekenverpleging)
hoofdstuk XIII (bedrijven) voor 88.000.
(prijsstijging grondst., rantsoeneering, verminderd aant. slachtingen)
diverse hoofdstukken 4.000.
f 154.000.—
Bij (7e) suppletoire begrooting, gevolg van opmerkingen van het provinciaal
bestuur, werd het nadeelig slot teruggebracht tot f 346.415. Deze verlaging was
in hoofdzaak een gevolg van het uit de begrooting schrappen van de nadeeliqe
saldi van 1940 en 1941.
Tot zoover wat betreft de begrooting. Omtrent de uiteindelijke uitkomsten van
den dienst valt op het oogenblik (half Augustus 1943) nog niets met zekerheid te
zeggen. Door den Secretaris-generaal van het Departement van binnenlandsche
zaken is n.l. bepaald, dat de begrootingen der gemeenten voor het jaar 1942,
in verband met de aanhangige plannen tot herziening van de financiëele betrek
kingen tusschen het Rijk en de gemeenten, gesloten zullen worden op een nader
door hem vast te stellen datum i.p.v. op 1 Juli 1943, zooals het normale voor
schrift gebiedt.
Wat betreft de uitkeeringen uit het gemeentefonds staat voor 1942 dan ook
nog niets vast. Het besluit van de Secretarissen-generaal van de Departementen
van financiën en binnenlandsche zaken van 4 Februari 1941, betreffende o.a. voor
zieningen voor het gemeentefonds en voor de gemeenten i.v.m. de vervanging
van de belastingen naar het inkomen door één enkele belasting, gold slechts voor 1941.
Wat in 1942 ontvangen is aan uitkeeringen uit het gemeentefonds moet dan ook
beschouwd worden als een kasvoorschot, waarvan verrekening zal plaats vinden
zoodra een nieuwe regeling met betrekking tot de financiëele verhouding tusschen
het Rijk en de gemeenten zal zijn van kracht geworden. Bovendien is de opbrengst
van de ondernemingsbelasting, voor zooveel die ten bate der gemeente zal komen,
voor memorie uitgetrokken ter zake werd nog niets ontvangen.
Bij onderstaand overzicht van den stand der rekening 1942 op dit oogenblik
zal dan ook met het bovenstaande rekening gehouden moeten worden.
Momenteel overtreffen de gewone uitgaven de gewone inkomsten met rond
f 73.000; ten laste van den dienst 1942 is nog niet gebracht het nadeelig slot
van 1940 ad f 97.000 rond. Vergeleken met het tekort, becijferd in de 7e suppletoire
begrooting, zijn deze cijfers rond f 273.000 gunstiger. Voor rond f 100.000 is dit
een gevolg van de betere uitkomsten van de bedrijven.
Voorts is méér ontvangen dan geraamd aan
winstbelasting f 11.000.
vermakelijkhedenbelasting11.000.
opbrengst van den houthak6.000.—
bijdragen buitengemeenten in de kosten van het nijverheidsonderwijs 6 000.
idem van de provincie 3.000.—
en minder uitgegeven dan geraamd voor
kosten ziekenverpleging 7.000.—
subsidiën aan armbesturen46.000.
terwijl nog rond40.000.
meer aan werkloozenkosten is te betalen dan te ontvangen en rond 43.000.
meer aan achterstallige ontvangsten is binnengekomen dan aan
uitgaven betaald.
f 173.000.-
Al met al vertoont ook dit derde oorlogsjaar wat betreft den toestand der
gemeentefinanciën een tamelijk somber beeld. De kosten van werkloozenzorg,
tusschen 1930 en 1940 van zeer ongunstigen invloed, daalden weliswaar, maar
niet zoodanig, dat de gemeente er voordeel van ondervond, en bovendien droeg
ook de oorzaak van die daling, t. w. voornamelijk tewerkstelling van arbeiders
in het buitenland, een abnormaal karakter. Tenzij de boven aangegeven, nog
onbekende herziening van de regeling inzake de financiëele betrekkingen tusschen
Rijk en gemeenten, omvattende mede de verdeeling der opbrengsten van diverse
belastingen, ze mocht bevatten, zijn geen lichtpunten voor de naaste toekomst
waarneembaar en mag niet worden gehoopt op een zoodanige verbetering, dat
Zutphen uit den toestand van noodlijdendheid geraakt, waarin de gemeente zich
sinds 1942 bevindt. Het volgend verslag zal hieromtrent naar het zich laat aanzien
volledige gegevens kunnen bevatten.
Eén der gevolgen van het ontbreken der gemelde herziening is, dat aan de ge
meentelijke schoolgeldregelingen de basis is ontvallen. Voor gymnasium en h.b.s.
is hiervoor een regeling getroffen al is de nieuwe verordening ter zake nog niet
goedgekeurd, toch zijn de voorloopige aanslagen opgelegd en voor een evenredig
deel in 1942 verantwoord. Voor het lager onderwijs daarentegen ontbreekt sinds
September 1942 elke regelinghiervoor moeten regeeringsvoorschriften worden
afgewacht; tengevolge daarvan zal de rekening over 1942 slechts de bedragen
bevatten, welke tot September van dat jaar krachtens de oude regeling werden geïnd.
Tot slot volgt hier een overzicht van de resultaten der bedrijven
Electrici-
teitsbedrijf
Grond-
bedrijf
Gas
fabriek
Water-
leiding
Slacht-
huis
In de oorspronkelijke be
grooting
geraamd saldo
nadeelig
batig
werkelijk saldo
nadeelig
Voordeelig verschil
f 76000.-
117020.
f 9634.-
15844.-
27731.
f 6000.-
18383.-
f -.—
26000.-
12071.-
f 41020.-
kO
f 27731.-
f 12383.-
f 13929.-
HOOFDSTUK V.
OPENBARE WERKEN.
Zie hiervoor het verslag van den dienst van gemeentewerken (bijlage U).
HOOFDSTUK VI.
OPENBARE ORDE, VEILIGHEID EN ZEDELIJKHEID.
In den loop van het verslagjaar hebben in het politiekorps de volgende wijzi-
gingen plaats gevonden
den inspecteur van politie le klasse, H. E i z e n g a, werd op zijn verzoek
eervol ontslag verleend uit den politiedienst
de inspecteur van politie 2e klasse, J. van Klinken, werd beëedigd als
plaatsvervangend commissaris van politie
de economische dienst werd uitgebreid met één agent van politie le klasse en
één agent van politie 2e klasse; de sterkte van dezen dienst kwam hierdoor op 4 man;
één agent van politie le klasse werd toegevoegd aan de afdeeling recherche
één agent-rechercheur werd speciaal belast met aangelegenheden betreffende
den opsporingsdienst