Bijlage K.
4
Bijlage K.
5
InrichtingDoor de heeren Van Douwe werd aan de Stichting
een marmeren gangfonteintje, afkomstig uit een huis dat verbouwd werd, ten
geschenke gegeven. Regenten wachten op een passende gelegenheid, dit gewaar
deerde geschenk te plaatsen.
Eene poging om de zandsteenen vazen, die het afgebroken huis in de Pelikaan
straat versierden te bemachtigen, is helaas afgestuit op gebrek aan begrip bij
dengene, die er over beschikken kon.
De Firma Thieme bood aan het museum ten geschenke aan het ruiter-
beeldje, dat op een geveltop op de binnenplaats van haar gebouw staat.
De Museumconservatrice wilde dit in den tuin van „jlat Bolwerck" plaatsen.
De heer A. G. B i e m o n d bood aan de Stichting ten geschenke aan een
teekening van de Klokkestal of Kortegaard, van de hand van den heer Van
Balen Sr., welke dankbaar aanvaard werd en een plaats vond in een der
voor het publiek opengestelde zalen van de Leeszaal. In de uitleenbibliotheek
kan men haar bewonderen.
Het Gebroeders Bakker's Weeshuis schonk een ets van Wiersma,
voorstellende ,,dat Bolwerck" vóór de laatste restauratie. Ook hiervoor zijn Regenten
oprecht dankbaar. Aan het begeleidend verzoek, de teekening voorloopig in de
leeszaal op te hangen, werd voldaan. Men kan deze ets vinden tusschen de
antieke ruitjes in de zuidelijke muur van de groote zaal.
Mr. W. J. van Balen te 's-Gravenhage schonk een oude kaart van deze
streken, welk blijk van belangstelling zeer gewaardeerd werd.
Donateurs: De Stichting telt thans 13 donateurs voor het leven en 213 dona
teurs, die een jaarlijksche bijdrage geven.
Regenten maken hiervan met groote erkentelijkheid gewag, doch zij voelen er
tevens behoefte aan, er op te wijzen, dat dit getal bij lange na niet beantwoordt
aan hetgeen van het publiek verwacht mag worden.
In enkele jaren tijds zijn thans vier belangrijke gevels gerestaureerd. Dit en
niet te vergeten de verwerving van „dat Bolwerck" zelf kon geschieden door
milde bijdragen van velen, maar van een algemeene belangstelling, van een
donateurschap van bijna iedere inwoner van deze stad, kan helaas nog niet
worden gesproken. En toch zou dat een even verheugende als in wezen redelijke
beantwoording zijn van hetgeen hier geschiedt tot instandhouding van hetgeen
een erfdeel is van onze Vaderen, dat wij in goeden staat willen doorgeven aan
hen, die na ons komen.
Regenten zijn zich bewust, dat zij deze wenschen uiten jegens hen, die juist
wel bijdragen, immers jegens de donateurs, wien allereerst het jaarverslag aangaat.
Dit schijnt niet redelijk. Toch mogen zij dit wel doen, aangezien de beste weg,
om de niet donateurs te bereiken is het initiatief van de donateurs.
Vandaar, dat dit jaarverslag moge worden beëindigd met het verzoek om, naast
geldelijken steun aan de Stichting, te willen schenken zoodanige belangstelling,
dat die ook via de donateurs voert tot uitbreiding van hunne gelederen in zoo
danige mate, dat Regenten voort kunnen gaan met de restauratie van de gevels,
die dit verdienen, en t.z.t. een begin kunnen maken met het plan, om ook heele
straatwanden te brengen in zoodanigen staat, dat de sfeer van onze stad behou
den blijve.
Immers, het eigene van Zutphen is niet alleen, dat het mooie kefken en woon
huizen heefthet ligt zeker voor een belangrijk deel in de samenrijging van vele
huizen, die ieder op zichzelf niet zoo buitengewoon zijn, maar die door hunne
eigen verhoudingen en door hunne onderlinge groepeeringen een meer dan be
koorlijk geheel vormen, eene herinnering aaneen verleden, die niet verloren mag gaan.
Bedriegen de voorteekenen niet, dan zal Zutphen in 1943 vele tijdelijke in
woners gevoegd zien bij hen, die hier thuis hooren.
Regenten doen een beroep op de donateurs, dat zij behulpzaam zijn om, zoo
wel in eigen kring als onder de nieuwe inwoners honderden te winnen voor de
billijke houding, dat zij het genot, dat het werk dezer Stichting hun biedt, be
antwoorden met een donateurschap, opdat het genot vermeerderen moge voor
oud en jong.
Tenslotte wekken Regenten alle donateurs op de jaarvergaderingen te willen
opluisteren door hunne tegenwoordigheid.
ZUTPHEN, April 1943.
De Regenten van de Stichting „Wijnhuisfonds"
C. E. STOLK, Voorzitter.
H. G. J. SCHILLEMANS, Penningmeester.
M. W. C. DE JONGE.
G. J. H. WAGENER.
H. VAN WOUDENBERG HAMSTRA.