*1
Bijlage E.
Negen en zeventigste verslag over den toestand van het
onderwijs op de inrichtingen voor middelbaar onderwijs en
de nijverheids-avondschool in de gemeente Zutphen
over het jaar 1942.
I. De Commissie van Toezicht.
Nadat in 1940 en 1941 reeds ingrijpende wijzigingen in de
samenstelling der commissie waren opgetreden, volgden in 1942,
zijnde het jaar der periodieke herbenoemingen, nog zoodanige
wisselingen in de ledenbezetting, dat tenslotte in ruim een jaar
tijds de geheele commissie vernieuwd werd.
Mevr. I. Reesink-Bonebakker kon helaas niet voor een her
benoeming in aanmerking komen wegens vertrek uit de gemeente.
Haar vertrek beteekent een belangrijk verlies, niet alleen, omdat
zij als eenig vrouwelijk lid tevens op de vergaderingen steeds
min of meer de rol van gastvrouw vervulde, maar vooral ook,
omdat zij, die zelf vele jaren het middelbaar onderwijs als leerares
heeft gediend, zoo bij uitstek bevoegd was om het lidmaatschap
der commissie te vervullen. Van haar uitnemende adviezen, steu
nende bovendien op een ervaring van dertien jaren, getuigen vele
notulen. Zij trad herhaaldelijk als waarnemend voorzitster op en
werd na het vertrek van ds. Faber in Maart 1941 als voorzitster
gekozen. Nog langen tijd zal de commissie zich de prettige sfeer,
die zij steeds wist te scheppen, herinneren.
De heeren F. J. M. M. Deurvorst en M. Gerbrandy, die
eveneens gedurende respectievelijk een en twintig en zeventien
jaren met levendige belangstelling het lidmaatschap hadden waar
genomen, meenden het tijdstip van de periodieke aftreding te
moeten kiezen om hun plaats voor jongere krachten in te ruimen.
Hoewel met leedwezen, heeft de commissie dit besluit kunnen
billijken. Ook zij verdienen een hartelijk woord van dank voor
de vele goede adviezen en hun talrijke bemoeiingen in het belang
van het onderwijs.
Op voordracht der commissie werden met ingang van 1 Januari
1942 door den heer burgemeester in de ontstane vacatures respec
tievelijk benoemd