Bijlage N.
6
Mej. Brinkmann, leerlinge van de school van Maatschappelijk
Werk te Amsterdam, is eenige maanden als volontaire aan den
dienst verbonden geweest.
Op 31 December bestond het personeel uit: 1 directeur, 1
adjunct-commies 1ste klasse, 1 controleur, 3 klerken in vasten
dienst en 1 contröleur en 3 schrijvers op arbeidscontract.
3. Geneeskundige armenverzorging in ziekenhuizen.
Door de invoering van het Ziekenfondsenbesluit, met ingang
van 1 November, mag worden verwacht, dat er een belangrijke
wijziging zal komen in de financieele lasten van de gemeentelijke
armenverzorging, zoowel in als buiten ziekenhuizen.
Als gunstige clausule mag worden genoemd, dat thans niet
alleen diegenen die in loondienst werken tegen ziekenhuisver-
plegingskosten verzekerd zijn, maar dat zulks zich ook uitstrekt
tot de huisgenooten (indirect verzekerden). Hierdoor zullen on
getwijfeld minder „niet verzekerden" voor rekening van de ge
meente worden verpleegd.
Een groot bezwaar lijkt ons echter de bepaling, dat thans voor elk
ziektegeval slechts gedurende 42 verpleegdagen de kosten voor
rekening van het fonds komen. Tot op heden kwamen, voor
zoover het verzekerden bij het Zutphensch Ziekenhuisverplegings-
fonds betrof, de kosten gedurende de eerste 56 verpleegdagen
per jaar voor rekening van genoemd fonds. Toen kwamen er
reeds vele gevallen voor, die langere verpleging noodig hadden
voor rekening van de gemeente, hetgeen duidelijk uit de volgende
cijfers blijkt
1937 1938 1939 1940 1941
TT 63 50 54 gevallen.
Dit aantal zal thans zeker toenemen. Hier staat echter tegen
over, dat de behandeling thans plaats heeft per ziektegeval, zoodat
een patient in één jaar voor meer dan één geval opgenomen kan
worden, wat in de voorgaande regeling niet mogelijk was. Toen
gold een periode van 56 dagen en wanneer deze eenmaal was
overschreden vond geen betaling meer plaats bij een heropname
van een nieuw geval.
Uit de volgende cijfers blijkt verder, dat zoowel de „verzekerden
als de „niet verzekerden", steeds voor ca. 25 een langere
verpleging dan 50 dagen per jaar voor rekening van de gemeente
noodig hadden.
Bijlage N.
7
Aantal dagen
1937
1938
1939
1940
1941
1— 10
39
30
32
28
32
11- 25
59
62
62
41
68
26- 50
47
31
41
21
40
51-100
32
25
18
22
21
101—200
18
22
10
9
6
201-300
2
4
2
2
3
daarboven
5
1
2
1
5
202
175
167
124
175
Een andere verslechtering is, voorzooveel betreft die patiënten
die voor een bepaald ziektegeval een langdurige verpleging noodig
hebben, dat zij bij de intrede van een nieuw kalenderjaar niet op
nieuw 42 dagen trekgerechtigd worden.
Onder de oude bepalingen, en nu ook nog voor de vrijwillig
verzekerden, is het zoo, dat men ieder kalenderjaar recht heeft
op betaling van de kosten voor 56 verpleegdagen.
Duur verpleegtijd.
Van den duur van den verpleegtijd over 1941 geeft het volgende
staatje een beeld
Aantal
verpleegdagen
Verzekerden die
langere verple
ging dan 42 of
56 dagen noodig
hadden
Niet
verzekerden
Totaal der
verpleegdagen
van beide groepen
1
2
2
4
2
1
1
4
3
1
4
15
4
2
3
20
5
1
5
6
6
36
8
1
3
32
9
1
2
27
10
1
10
11
1
2
33
12
2
11
156
13
1
5
78
14
2
3
70
15
5
2
105
16
3
5
128
17
2
34
18
3
1
72
Transporteeren
27
52
829