Bijlage B.
8
2a. Verwezen naar den huisarts.
Ter vergelijking met de vorige jaren volgt hier een staat met
de percentages opzendingen naar den huisarts.
1
Het groote percentage kinderen in klasse I wordt hoofdzakelijk
veroorzaakt door het groote aantal met onvoldoende gezichts
scherpte op de scholen in Zutphen.
Ter vergelijking met de vorige jaren geef ik weer het staatje
met de voornaamste aandoeningen voor de „overige klassen"
o—
Zooals ik vroeger mededeelde, geven de percentages voor ver
minderde gezichtsscherpte het totaal aantal kinderen aan met deze
aandoening, terwijl de andere percentages alleen betrekking hebben
op het aantal opgezonden kinderen, dus op meer uitgesproken
gevallen, die behandeling noodig hadden.
Voor Zutphen waren de percentages voor verminderde gezichts
scherpte 1938 - 22.5 1939 21.6 1940 - 21.1
1 16.4 Er blijft dus een daling en het blijft interessant
iZJ .u ver.vo'9.en- ,Het is 2eer goed mogelijk, dat de betere
(electrische) verlichting hiervan een oorzaak is.
Bijlage B.
9
3. Onvoldoende voedingstoestand.
Onvoldoende voedingstoestand kwam op de kleuterschool bij
28 der 438 onderzochte kinderen voor of 6.4 en op de lagere
scholen bij 241 der 2817 kinderen 8.6 In 1940 waren deze
percentages 3 en 10 dus is er geen sprake van belangrijke
toename.
4 kinderen werden opgezonden naar den huisarts en 44 opge
geven voor uitzending naar een vacantiekolonie.
Hoewel ik uit den aard der zaak scherp lette op ondervoeding
en avitaminose, kon ik hiervan gelukkig nog niets ontdekken.
Wel greep ik telkens weer in mijn gesprekken met de ouders de
gelegenheid aan, adviezen over voeding te geven. Deze quaestie
houdt natuurlijk mijn volle aandacht.
Wederom werden alle kinderen, die in Zutphen voor school-
voeding werden opgegeven, door mij beoordeeld. Het is jammer,
dat het feit, dat bonnen moesten worden ingeleverd, veel ouders
weerhield, hun kinderen aan deze goede voeding te laten deelnemen.
4. Huid- en haaraandoeningen.
Besmettelijke huidaandoening kwam weer vrij veel voor. Bij
het routine-onderzoek werd het slechts bij 28 kinderen gevonden,
waarvan 14 kinderen opgezonden moesten worden. Maar, zooals
ik reeds eerder vermeldde, maakte een sterke verspreiding op
eenige scholen een extra bezoek noodig.
Schurft, dat ik de laatste 5 jaren niet zag, vond ik in 2 gevallen;
doch ook verder breidt deze ziekte zich uit.
Hoofdluis in ernstige mate vond ik in 47 gevallen, d.i. 3 maal
zooveel als het vorige jaar. Vooral op school E en H in Zutphen
kwamen meer gevallen voor dan vroeger. Over het voorkomen
van kleerluis, zoo belangrijk in verband met vlektyphus, heb ik
geen duidelijken indruk, maar zal hieraan nog eens mijn speciale
aandacht schenken.
5. Oogen.
Van de 84 kinderen met onvoldoende gezichtsscherpte in de
eerste klasse, moesten er 66 opgezonden worden 78.6 I in
de derde klasse 52 van 112 46.4 en in de zesde klasse 58
van 158 36.7 Dus ook in klasse VI nog 58 nieuwe gevallen.
Onvoldoende gezichtsscherpte kwam in klasse I bij 8.5 der
kinderen voor, in klasse III bij 11.5% en in klasse VI bij 18.5%.
Van de kinderen met scheelzien moesten op de kleuterscholen
2 van de 18 leerlingen worden opgezonden 11.1%, in klasse I
Kleuter
scholen
Klasse 1
Overige
klassen
Angerlo
Gorssel
Lochem
Voorst
Zutphen
4 5 0'
10
0—
5.7
8.5
8.5
11.4 o/o
14.6
16.-
16.-
23.-
1 4 0/
10
10.-
14.—
10—
13—
Totaal
8—%
0
O
OO
H.8
Verm.gez.
scherpte
Struma
Keel
Plat
voeten
Angerlo
Gorssel
Lochem
Voorst
Zutphen
Totaal
19.1
13.6
16.5
12.4
16.4
0.3
0—
0.2
0—
3.5 o/
1.7
3.3
2.4
2.4
0—
1—
0.7
1.2
0.6
14 8
0.1 i
2-5 °/o
0.8