44
Arbeidswet 1919.
Omtrent de Arbeidswet 1919 kan het volgende worden vermeld.
Het totaal der op 31 December 1941 in omloop zijnde geldige
arbeidskaarten bedroeg voor jongens 226, voor meisjes
1 i_ io 1 400.
-
14 jaar
15 jaar
16 jaar
17 jaar
21
17
52
27
64
55
89
63
Door de politie werd geregeld toezicht gehouden op de fabrieken
en werkplaatsen Ter zake van overtreding der Arbeidswet werden
8 processen-verbaal opgemaakt.
Rijtijdenwet.
Ingevolge de Rijtijdenwet 1939 werden gedurende het verslag
jaar 16 werkboekjes voor chauffeurs uitgegeven.
Winkelsluiting.
Bij raadsbesluit va» 10 Maart 1941 no 12 werd «rboden het
neonend hebben van een slagerswinkel op Woensdag na des
namiddags één uur. Dit besluit werd door den Se.creti
van het Departement van handel, nijverheid en scheepvaart
bUikens zijn brief van 31 Maart 1941 no 13833 J.A. goedgekeurd
Voorts verzochten een vijftal Zutphensche fotografen bij br
van 25 Tuni 1941 om, met gebruikmaking van het bepaalde
artikel 9 der Winkelsluitingswet of artikel 168 der Gemeentewe
een verordening in het leven te roepen, welke zou bepaJen. dat
op Zondagen alle fotografische ateliers gesloten moetej
billijkheid van dit verzoek inziende, stelden burgemees fi h
houders den Raad voor om, aangezien het begrip "f°t°?ratlsc
atelier" niet valt onder de materie, welke de Winkelsluitingswe
beoogt te regelen en het derhalve niet mogelijk wass een vero
nina als de onderhavige te baseeren op die wet, de algemeene
politieverordening aan te vullen met de ^Paling, dat het^e^°^"
is een fotografisch atelier voor het publiek geopend te hebbe
aedurende den Zondag, op 1 Januari en op 25 December. Over-
eenkomstig dit voorstel werd door den Raad in zijn verga ering
van 29 Augustus 1941 no 10 besloten.
45
Wet autovervoer personen.
Het aantal ingeschreven auto's in het register van huurauto's
en het aantal geldige vergunningen voor huurauto's bedroeg 17.
HOOFDSTUK XIII.
MAATSCHAPPELIJKE STEUN.
Crisismaatregelen.
Voor bijzonderheden omtrent den B-steun, despaarregeling.de
verstrekking van goedkoope levensmiddelen aan armlastigen en
werkloozen en de werkzaamheden van het Brokkenhuis wordt
verwezen naar het onder de bijlagen opgenomen verslag van het
burgerlijk armbestuur en den dienst van sociale zaken (bijlage N).
Ziekenhuizen en krankzinnigengestichten.
Aan het door provisoren van het Oude en Nieuwe Gasthuis
ingediende verslag over 1941 wordt het volgende ontleend.
Bestuur.
Aan den heer J. L. Faber, die sedert 21 December 1936 be
stuurslid van de stichting en sinds 1 Januari 1940 secretaris
van het college van provisoren was, werd, overeenkomstig zijn
verzoek, wegens vertrek uit de gemeente, eervol ontslag verleend
als provisor, onder dankbetuiging voor de door hem bewezen
diensten. Als zijn opvolger werd bij raadsbesluit van 31 Maart 1941
benoemd de heer Th. J. H. Kling.
Ook de heer H. W. Reesink had de gemeente verlaten en
kon daardoor niet voor een herbenoeming als provisor in aan
merking komen. In deze vacature was op het einde van het ver
slagjaar nog niet voorzien.
Voor het jaar 1941 werd de heer J. A. Paap als voorzitter
van het college van provisoren benoemd, terwijl de heer B. H.
Vaags als secretaris werd aangewezen.
Hoofdambtenaren.
P. van Bork, eerste geneesheer der psychiatrische inrichtingen.
M. J. Groot Wesseldijk, rentmeester der stichting.