Bijlage Q.
Toestand der fabriek.
Gebouwen.
De dakgoten van de kantoren en het magazijn werden aan de
achterzijde vernieuwd. De woning van den fabrieksbaas werd
van buiten geschilderd.
Terrein.
Voor de stokerij werd de oude bestrating uitgebroken en ge
deeltelijk vernieuwd.
Haven.
De meerpalen in de loshaven moesten gedeeltelijk vernieuwd
worden. Dit werk werd door den dienst van gemeentewerken
uitgevoerd.
Bliksemafleiders.
De bliksemafleiders werden door de firma Aart sen te Am
sterdam gecontroleerd en voor zoover noodig weer opnieuw in
orde gemaakt.
Ovens en stokerijgebouw.
Op 31 December waren voor de gasproductie beschikbaar
1 kameroven met 5 kamers en 4 kamerovens met 3 kamers.
Op dezen datum hadden de ovens de volgende vuurdagen
Oven I met 3 kamers: 1392 vuurdagen.
II 3 2259
III 3 415
IV 3 2715
V 5 177
Direct na het gereedkomen van den nieuwen 5 kameroven
werd met het droogstoken daarvan begonnen en kon deze oven
op 7 Juli in gebruik worden genomen. Hij is voorzien van twee
oververhitters, waardoor de oververhitte stoom met een tempera
tuur van 450 0 C. in de kamers gespoten kan worden.
De oven voldoet aan de gestelde eischen en heeft een hooge
93De'kamers van oven no. IV werden gedeeltelijk vernieuwd en
van nieuwe bovenkoppen voorzien. De generator van dezen ove
werd aeheel vernieuwd.
De bestrating in de stokerij werd geheel uitgebroken en voo
zoover noodig opgehoogd en vernieuwd.
De centrale amoniakleiding vanaf de ovens tot den teerp
te klein en werd door een nieuwe vervangen.
Bijlage Q.
7
Cokesbreekinrichting.
De dwarsbalken, waarop de breekinrichting rust, moesten ver
nieuwd worden. In degroote bunker werden enkele nieuwe slijtplaten
gezet, terwijl de bunker waarin de bries gestort wordt aan de
onderzijde vernieuwd werd. De beide andere kleine bunkers werden
eveneens nagezien en de versleten platen van nieuwe voorzien.
In de breekinrichting werden de oude schijven door nieuwe ver
vangen.
Gashouders.
De beide bovendekken moesten opnieuw geverfd worden. In
het raamwerk der beide gashouders werden verschillende steunijzers
vernieuwd. Wegens gebrek aan materiaal moest het vernieuwen
van den bovensten omloop van gashouder I worden uitgesteld.
De olielaag in beide gashouders werd opnieuw bijgevuld.
Condensorgebouw.
Het condensorgebouw werd uitwendig in de grondverf gezet.
Exhausters.
De beide exhausters met omloop-regulateurs werden inwendig
schoongemaakt. De schuiven der stoommachines werden opgevlakt
en de zuigers van nieuwe veeren voorzien.
Pelouzes.
De klokken der pelouzes werden regelmatig schoongemaakt,
de sproeier van een der pelouzes moest worden vernieuwd.
Wasschers.
De beide wasschers werden inwendig schoongemaakt en na
gezien en de houten vullingen, voorzoover dit noodig was, opnieuw
bijgewerkt.
Zuiverkisten.
In 1941 werden 7 zuiverkisten van versche ijzeraarde voorzien.
Een partij afgewerkte zuiveraarde werd verkocht aan de firma
Carl Haasters te Utrecht.
Stoomketels en Pompen.
Ketel no. II werd door de firma Doorgeest te Amsterdam
in- en uitwendig schoongemaakt en daarna door het Stoomwezen
opnieuw gekeurd en in orde bevonden.