Bijlage H.
2
overbleef, die wegens zeer zwakke geestvermogens
volgens doktersverklaring niet kon schoolgaan.
De 125 gevallen van relatief schoolverzuim waren
als volgt over de verschillende scholen verdeeld:
School A 3
b 7
C13
D
E23
- F3
G17
H13
Hoven .10
Kath. Meisjesschool 4
Jongensschool 29
Bijz. Sch. v. L. O. Oudewand 0
Dav. Evek. str. 3
Leeuweriklaan 0
Na onderzoek en na verhoor der ouders kon de
Commissie 29 dezer verzuimen als geoorloofd of althans
als verschoonbaar rapporteeren, zoodat 96 maal beslist
ongeoorloofd moest worden uitgesproken.
Uit bovenstaand staatje blijkt, dat het schoolverzuim
nog al zeer verschillend over de verschillende scholen
is verdeeld. Was er in de vorige jaren slechts één
(bijzondere) school, waarvan nooit schoolverzuim ter
kennis der Commissie werd gebracht, thans is dit getal
met één vermeerderd. De Commissie kan voor dit feit
geen verklaring geven.
De volgens art. 19 der Leerplichtwet opgeroepen
ouders voldeden tamelijk trouw aan de oproeping en
ontvingen meestal een hartelijke vermaning hunne kin
deren toch trouw ter school te zenden.
Bijlage H.
3
Omtrent de redenen van het schoolverzuim valt
weinig nieuws op te merken 't was meest 't gewone
liedje moeder helpen, te laat gekomen, op broertje of
zusje passen, met vader of moeder uit geweest, enz.
Vaak kwam ook zoogenaamd „ziek zijn" voor, maar
dan bleek menigmaal dat de patiënt buiten had Ioopen
spelen of boodschapjes had gedaan. Zoogenaamd „slui-
pertje maken" kwam meest voor wanneer het een of
ander circus in de stad was gestationneerd.
De Comm. tot W. v. S. te Zutphen,
H. W. NIJHOF, 2e Voorzitter
G. W. ORMEL, Secretaris.
ZUTPHEN, Febr. 1932.