OS
Brummensche bandijk doorbrak begon na eenigen tijd
in Zutphen het water wat te vallen, doch deze val
duurde slechts tot deze polder volgeloopen was;
daarna trad weer was in.
Had in 1920 de Vliegendijk nog slechts enkele
plekken die begonnen over te loopen, nu waren er
meerdere gedeelten waar dit het geval was. Toch bleek
de dijk verder voldoende sterk en zijn de taluds slechts
heel weinig uitgespoeld.
Op Woensdag 6 Januari was de Ijsselstand 8.80 M
N.A.P. en was dus definitief val ingetreden. Toch
eischten de dammen en dijken nog steeds alle zorg
en werden nog versterkt. Vooral Donderdags hadden
ze het des namiddags tijdens den hevigen Z.O. wind
erg te verantwoorden. Toen echter tegen 5 uur de
wind draaide van Z.O. naar Z.W. was het grootste
gevaar geweken vooral daar de val langzaam aanhield.
Vanaf Vrijdags behoefden de dammen en dijken dan
ook alleen nog bewaakt en Zaterdagavonds was het
water reeds zooveel gevallen, dat ook de bewaking
opgeheven kon worden.
Deed het hooge water veel schade, de bijna direct
daarop intredende felle vorst zeker niet minder.
Na het wegvallen van het water bleek dat op eenige
weilanden op den Marsch en bij L enderin k groofe
hoeveelheden zand waren gedreven. Dit zand" werd
verwijderd en gebracht in kolken en laagten; het in
blok 47 der Marschweide gedreven zand werd echter
benut voor ophooging van bouwterrein aan den
Deventerweg".
De kosten van aanleg en opruiming der dijken en
99
dammen hebben bedragen f 2033.75; die van opruimen
van 't op de weilanden gedreven zand f 1836.58.
Brandwezen.
Aangaande het brandwezen wordt verwezen naar
het verslag van de brandweer, als bijlage S hierachter
gevoegd.
HOOFDSTUK Vla.
Medische Politie.
a. Toestanden, welke invloed kunnen uitoefenen
op de Volksgezondheid
Wat de regeling van den ontsmettingsdienst betreft,
wordt verwezen naar het verslag, dat als bijlage Na,
hierachter is afgedrukt.
Zie verder de hierachter als bijlagen afgedrukte ver
slagen ten opzichte der volkshuisvesting (bijlage A),
het verslag der gezondheidscommissie (bijlage B), de
verslagen der commissie inzake de waterleiding en de
gemeente-reiniging (bijlagen L. en N).
b Heerschende ziekten.
In 1926 kwamen 6 gevallen van roodvonk, 18 van
diphtheritis en 5 van typhus voor.
Gezorgd werd dat riolen en uitmondingen van grachten
geene schadelijke uitwasemingen konden verspreiden.
O