Bijlage V. 12 wordt aan de fabrieken regelmatig nagegaan op vet gehalte en reinheid, terwijl ook reeds meerdere fabrieken de reductaseproef toepassen. Het onderzoek of de melk afkomstig is van uierziek vee was minder een voudig op te lossen en wordt voorloopig nog geheel door den keuringsdienst gedaan. Door onderlinge samenwerking tusschen keuringsdienst en fabrieken wordt op deze wijze betrekkelijk zonder kosten een groote verbetering verkregen. Wenschelijk zou het zijn deze melk ook nog rauw (d.w.z. ongepasteuriseerd) te verkoopen, waartegen geen bezwaren bestaan, omdat de consument de los verkochte melk in het algemeen toch steeds kookt. Ingevolge Art. 21 van het Melkbesluit werd behandeling en vervoer van melk verboden in een veehoudersgezin, waarin een geval van febris typhoidea voorkwam. Meerdere boerderijen gaan zich toeleggen op den verkoop van rauwe melk in flesschen. Zoolang echter de Kroon nog geen gebruik heeft gemaakt van hare bevoegdheid om eischen te stellen aan „beter gewonnen melk", kunnen alleen aan de melk, verkocht onder bijzonderen waarborg, (modelmelk, gezondheidsmelk) de in de Melkcodex vastgelegde eischen gesteld worden n.l. dat het vetgehalte niet lager is dan 3 de zuur graad niet hooger dan 8, het aantal bacteriën niet hooger dan 50.000 per c.M3. en het katalase-cijfer niet hooger dan 2. Aan deze eischen voldeed de rauwe melk in flesschen niet altijd; vooral voor bepaalde jaargetijden schijnt de eisch van 3 vet te hoog te zijn, omdat in 't algemeen geen mengmelk, doch melk van elke koe afzonderlijk direct na het melken in de Bijlage V. 13 flesch wordt gedaan, waardoor het vetgehalte in de flesschen sterk uiteen kan loopen. Ook het grenscijfer van 50.000 bacteriën per c.M.3 werd meerdere malen overschreden. Karnemelk. In totaal werden onderzocht 569 monsters karnemelk, waarvan 161 monsters, d.i. 27 een lager droogrest hadden dan 7.3 Van deze 161 monsters lag de droogrest veelal tusschen 7 en 7.3 Er werden 73 schriftelijke of mondelijke waarschuwingen verzonden, resp. gegeven, terwijl 1 maal proces-verbaal werd opgemaakt. De ondeugdelijke karnemelk was in den regel z.g. boerenkarnemelk. Hoewel het percentage ondeugdelijke monsters nog hoog blijft, is er toch reeds een groote verbetering gekomen in vergelijking met de vorige jaren, hetgeen toegeschreven kan worden aan de gegeven voorlichting. In het meerendeel der gevallen, dat ondeugdelijke karnemelk werd afgeleverd, bleek onwetendheid de oorzaak te zijn. Room. De 8 onderzochte monsters slagroom voldeden alle ruim aan den eisch, dat het vetgehalte minstens" 40% moet bedragen. Evenzoo voldeden de 29 monsters room of koffieroom aan den eisch, dat het vetgehalte minstens 20 moet zijn.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1926 | | pagina 264