Bijlage S. 4 waren. Van de 40 pakken waren 34 stuks aan den buitenkant min of meer beschadigd. Den 28en Februari d.a.v. ontstond een ernstige schoorsteenbrand in perceel Oude Gasthuissteeg; oor zaak was buitengewone vervuiling van rookkanaal en vuurplaat. De treurige bijzonderheid werd hier ontdekt, dat de deur van het pand gesloten was, terwijl twee jonge kinderen alleen thuis op een zolder sliepen. Gelukkig kwam de brandweer bijtijds; was zij enkele minuten later gekomen dan zouden beide kinderen zonder twijfel door rookverstikking overleden zijn. Op 22 Maart 1926 was brand ontstaan in de dekenfabriek Laarstraat 24, vermoedelijk door het wegwerpen van een brandende lucifer. Door hevige rook werd het blusschingswerk zeer bemoeilijkt. Den 25en April d.a.v. werd de brandweer gealarmeerd door de gemeente Gorssel voor een uitslaanden brand in een boerderij onder Almen. Oorzaak: inslaan van den bliksem. Wegens onweer kon van het telephoonnet geen gebruik gemaakt worden, zoodat de alarmeering daardoor eenige vertraging ondervond. De brand- weei ter plaatse van den brand aangekomen, kon gelukkig over goed en voldoend bluschwater beschik ken en zoodoende nog zooveel hulp en blusschings werk verrichten, dat een gedeelte van het woonhuis met een belendende schuur behouden bleef, zoo mede een groot aantal varkens. Van den veestapel verbrandden 9 stuks. Wellicht waren deze behouden gebleven, indien de inrichting der stallen had voldaan aan de daarvoor gestelde eischen. Op 6 Juli 1926 ontstond een binnenbrand in perceel Bijlage S. 5 Rozegracht 18 (banketbakkerij). Aanvankelijk liet deze brand zich ernstig aanzien. Door spoedig en krachtig ingrijpen werd uitbreiding gelukkig voorkomen. De oorzaak van dezen brand moet gevonden worden in een lek in den schoorsteen, die thans geheel hersteld is. Vele moeilijkheden waren te overwinnen om behoorlijk den vuurhaard te kunnen ontdekken wegens de vele daar aanwezige tusschenzoldertjes. De beschoten kap werd stukgehakt en met behulp van 4 a 5 slangen werd van het dak af de brand gebluscht. het waterverbruik was groot. Vorenstaande branden hadden alle, met uitzondering van dien onder Almen, overdag plaats en uitgerukt werd daarvoor met het groote materieel, t.w. auto mobielspuit, mechanische ladder, tractor, enz. Het blusschen der schoorsteenbranden geschiedde steeds met klein materieel, hetwelk vervoerd wordt of met den tractor öf met het daarvoor bestemde rijwiel. Voor groote branden bleef de gemeente ook dit jaar weer gespaard," ook al omdat bij het begin van brand in den kortst mogelijken tijd hulp aanwezig was. Vast Personeel. In het vaste personeel kwam geen verandering. De brandwacht J. H. Coenders moest wegens langdurige ziekte het geheele jaar verzuimen. Fr waren einde 1926 4 brandwachts in vasten dienst, te weten

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1926 | | pagina 242