Bijlage S. 26 zijn, mogen, zoodra gemelde Commandant het beveelt, geen petroleum gebrand en geen vuurstoven gebruikt worden. In zulke inrichtingen moeten de naar diens oordeel noodige nooduitgangen zijn aangebracht. Deze nooduitgangen mogen tijdens de voorstelling niet op slot zijn en moeten ook overigens gedurende dat tijd vak gemakkelijk zijn te openen zij moeten bovendien van voldoende breedte en hoogte zijn. Zijn de dorpels der nooduitgangen meer dan 30 cM. boven den beganen grond gelegen, zoo dienen zij uit te komen op een verlicht bordes, zoo noodig van leuningen voorzien, van voldoende breedte en sterkte, dat op gemakkelijke en veilige wijze verlaten kan worden. Boven de nooduitgangen, aan de binnenzijde, moeten gedurende den tijd, dat de inrichting voorliet publiek toegankelijk is, zijn aangebracht geschilderde borden, waarop met blokletfers van ten minste 20 cM. hoogte, in scherp afstekende kleur het woord „Nood uitgang". Voorts moet bij ieder bord een kaarslantaarn van soliede constructie zoodanig worden opgehangen, dat het bord helder verlicht en het opschrift dus goed te lezen is. Deze borden en lantaarns kunnen desgewenscht door de Brandweer worden verstrekt, tegen een huurprijs van f 0.50 per dag en per stuk. De ondernemer is verplicht de Brandweer met materieel toe te laten. Art. 4. Behalve de in art. 3 genoemde lantaarns moet gedu- Bijlage S. 27 rende de voorstelling in de voor het publiek bestemde ruimte eene noodverlichting zijn aangebracht. Deze noodverlichting moet bestaan uit goed brandende kaarslantaarns, tenminste twee boven ieder gangpad, een en ander volgens aanwijzing van de Brandweer. Art. 5. Het gebruik van vuurwerk of bengaalsch vuur is tijdens de voorstelling verboden. Art. 6. De door den Commandant der Brandweer noodig geoordeelde manschappen moeten krachtens politie verordening door den ondernemer worden betaald en wel per uur en per man met f 1,50, met dien verstande, dat gedeelten van uren beneden een half uur voor een half uur worden gerekend en gedeelten van uren boven een half uur voor een heel uur. Deze en andere kosten zullen zoo noodig op de vooraf te storten waarborgsom worden verhaald. Art. 7. Zijn tijdelijke installaties voor clectrische verlichting aanwezig, zoo moet, met inachtneming der plaatselijke omstandigheden, door hekken, schotten e.d. met waar schuwingsborden aan onbevoegden de toegang tot machines, schakel- en verdeelborden enz. belet zijn. Bij hooge spanning moet de toegang door volstrekte afsluiting belet zijn

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1922 | | pagina 251