Bijlage L.
8
O. J. Brandenburg (Kon. Besl. 24 Nov. 1915 No 491
f 376,—.
O. Brands (Kon. Besl. 7 Juli 19i 7, No 41)
f 249,-.
L. J. Geerlings (Kon. Besl 5 Dec. 1919, No. 49)
f 469,—.
G. Nengerman (Kon. Besl. 18 Oct. 1920 No 49)
f 688,-.
A. Maatman (Kon. Besl. 12 Juli 1920 No 24)
f 78,—.
E. W. Dondertman (Kon. Besl. 24 Aug. 1920 No. 77)
f 150,—.
J. D. Borninkhof (Kon. Besl. 24 Aug. 1920 No. 77)
f 75,
M. J. Evers (Kon. Besl. 24 Sept. 1920 No. 35)
f 150,—.
A. Marsman (Kon. Besl. 27 Dec. 1921 No. 51)
f 63,—.
G. Dommerhold (Kon. Besl. 13 April 1922 No 55)
f 810,-.
Aan de Gemeente moest worden gerestitueerd
a. voor bovenvermelde pensioenen en
verhoogingen7167.86'
b. ingevolge art. 40 der Pensioenwet
1913 voor de na 1 Mei 1913 aan
gestelde ambtenaren i/g jaar 824 19'
c. bijdrage voor weduwenpensioen in
gevolge art. 27 der Weduwenwet
voor gemeenteambtenaren jaar 1822.34
d. bijdrage voor ambtenarenpensioen
(1922) 2e halfjaar1194,54';,
Transporfeeren f 11008,94'/,
Bijlage L.
9
Transport f 11008.941/?
c. idem voor weduwen- en weezen-
pensioen (1922) 2e halfjaar f 2135.41
inkoop dienstjaren voor oud-amb
tenaren 55.40'/,
g. stortingen aan andere gemeenten
voor inkoop diensttijd van ambte
naren 37.73
f 13237.49
In verband met de bepalingen van het Werklieden
reglement, werden in den loop van dit jaar uitgekeerd
f 25,— ingevolge art. 24 (gratificatie bij dienstjubilea
B. Onstein, gasmaker).
214,42 27 (uitkeering bij overlijden)
1132,36 33 op feestdagen,
niet vallende op zondagen).
2609.81 34 (uitkeering bij ziekte).
53.77'/, 39 verzuim).
3830.35 40 verlof),
f 7865,71'/,
Hieronder is begrepen een bedrag van f 1213,—
vacantietoelage.
Het totaal aantal ziekteuren der werklieden bedroeg
3660'/, uur, verdeeld als volgt:
1 man
1
1
Transp. 5 personen
3051/:
uur
f 235,23'/,
209
125,40
193
121,59
192
154,29
182
136,50
f 773,01' 2
1
1
i
t>