Bijlage B.
2
leden en den secretaris is als bijlage II aan dit verslag
toegevoegd.
Voorzitter der Commissie D. Molenaar, secretaris J. C.
Goldenberg.
De bode E. J. Haytink heeft ook in dit jaar zijne ge
wone werkzaamheden voor de Commissie verricht.
De heer H. W. A. Behrens bleef belast met het twee-
maandelijksch onderzoek van het water der gemeente-
waterleiding. In opdracht der Commissie werd in dit jaar
verder geen water door hem onderzocht.
Op verzoek van den Minister van Arbeid deelden
Gedeputeerde Staten d.d. 9 December 1920 aan de Com
missie mede, dat het bureau van den Hoofdinspecteur van
de Volksgezondheid voor de Volkshuisvesting, den heer
H. van der Kaa, is gevestigd te 's-Gravenhage, ten
Hovestraat 49.
Ter voldoening aan een schrijven van den Minister van
Arbeid deelden Gedeputeerde Staten aan de Commissie
mede, dat bij Kon. Besl. van 23 Mei 1920 is benoemd tot
hoofdinspecteur, belast met het toezicht op de naleving
van de Vleeschkcuringswet met den persoonlijken titel van
Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid, de heer Dr.
H. C. L. E. Berger ter standplaats 's Gravenhage. Aan
de bij Kon. Besl. van 23 Juni 1920 met ingang van 1 Juni
benoemde inspecteurs belast met het toezicht op de na
leving van de Vleeschkeuringswet, de heer Dr. F. O. Zwart
voor de provinciën Noord-Holland, Utrecht en Gelderland
ten westen van den ljsssel en ten noorden van den Rijn
werd als standplaats Utrecht en aan den heer E. A. J. E.
Quaedvlieg voor de provinciën Noord-Brabant, Limburg
Bijlage B.
3
en Gelderland ten zuiden van den IJssel en den Rijn als
standplaats 's Hertogenbosch aangewezen.
Bij kennisgeving van Gedeputeerde Staten van Gelder
land van 22 September, werd de aandacht der Commissie
er op gevestigd, dat ingevolge Kon. Besluit van 11
Augustus 1920 (Stbl. N°. 696) de Gezondheidswet (Staats
blad 1919 N°. 784) en het Kon. Besluit van 19 Februari
1920 (Staatsblad N°. 83) inwerking traden op 1 Septem
ber 1920.
Ook ontving de Commisse van Gedeputeerde Staten
van Gelderland dato 12 October bericht, dat bij Kon.
Besluit van 27 September 1920 N°. 38, aan den Inspecteur
van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, welke in
het bijzonder belast is met de taak der bestrijding van de
tuberculose, met den persoonlijken titel van Hoofdinspecteur,
den heer R. N. M. Eykel, als ambtsgebied is aangewezen
de provinciën Noord-Brabant, Gelderland en Limburg, ter
standplaats Nijmegen.
Voorts werd nog onder de aandacht der Commissie
gebracht dat de bemoeiing met de vereenigingen tot be
strijding der tuberculose en met de sanatoria voor tuber
culoselijders in het vervolg niet meer behooren tot de taak
van de Nederlandsche Centrale Vereeniging tot bestrijding
van de tuberculose, maar tot die van voormelden Inspecteur,
voor zijn ambtsgebied.
B. Huishoudelijke Zaken.
In dit jaar zijn gehouden 10 gewone vergaderingen en
eene openbare vergadering.