Bijlage S.
36
Zij moeten steeds een ieder op beleefden toon te
woord staan, en hunne op- of aanmerkingen op
handelwijzen, in strijd met de hun gegeven opdracht,
ook altijd op beleefden doch beslissenden toon kenbaar
maken aan hen, door wie de overtreding wordt gepleegd.
Einde der voorstelling.
Na afloop der voorstelling hebben de brandwachts
zich te overtuigen, dat op het tooneel en in de kleed
kamers alle lichten zijn gedoofd en zich aldaar geen
vuur meer bevindt.
De toegang tot de kleedkamers is alleen dan geoor
loofd (behoudens in geval van brand), indien daarin
zich niemand meer bevindt, hetgeen door aankloppen
is te beoordeelen.
Onregelmatigheden.
Van alle onregelmatigheden moet aan den Generalen
Brandmeester of bij diens afwezigheid aan zijn plaats
vervanger ten spoedigste kennis worden gegeven.
Loon.
Binnen 2 X 24 uur na afloop der voorstelling moet
de brandwacht aan den Secretaris van den Brandraad
opgave verstrekken van het aantal uren, dat hij dienst
heeft gedaan.
De Secretaris verstrekt hem dan zoo spoedig mogelijk
eene ingevulde en onderteekende kaart, tegen welker
afgifte bij eigenaar, commissie, bestuur of pachter
(van Buitensocieteit, Groote Sociëteit, enzzijn loon
in ontvangst kan worden genomen.
Bijlage T.
VERSLAG over het GEMEENTE-ARCHIEF
in 1920.
Allerlei omstandigheden, in de eerste plaats de drukte
met de volkstelling, zijn oorzaak, dat ik aan het cata-
logiseeren der boeken over Gelderland en Zutphen
zeer weinig tijd heb kunnen besteden.
Bij besluit van 17 September 1920 gaven Burgemeester
en Wethouders aan inej. M. L. d e L i g t te Brummen
op haar verzoek vergunning, om als volontair op het
archief werkzaam te zijn. Zij is dat tot 15 December
1920 gebleven, toen zij mij meedeelde, dat zij van
haar voornemen, om zich voor archiefambtenaar te
bekwamen, afzag.
De oude doop-, proclamatie- en begrafenisboeken
heb ik van de secretarie, afd. burgerlijken stand, naar
het archief overgebracht.
Gebruik van het archief.
De belangstelling in ons archief bleek uit de ver
zoeken om inlichtingen, welke ik, naar mijn beste weten,
zoo ruimschoots mogelijk verschafte. Ook werden op
verzoek enkele oude oorkonden ter raadpleging naar
archiefdepöts elders opgezonden. Dit gebeurde o. a.
ten behoeve van prof. dr. O p p er m a n n te Utrecht
en de uitgevers van het oorkondenboek van het Sticht