Bijlage N.
16
omdat de voorraad met het tot 1 Mei daarbij komende,
reeds is verkocht. Ongeacht de mogelijkheid, dat te
eenigertijd tot verplaatsing van de mestbergplaats kan
worden besloten, is het gewenscht dat een derde groote
beerput werd aangebracht, teneinde de voorraad tot
het juiste oogenblik van aanvraag in voorraad te kunnen
houden. In dat geval zou de gemeente, gezien de
groote aanvraag om goede mest, niet bang behoeven
te zijn, dat zij bij verhooging der beerprijzen hiermede
bleef zitten. Ook om een en andere reden verdient
het maken van een derden put aanbeveling, wijl het
niet ontkend kan worden, dat de gemeente in het
voorjaar 1921 het geluk heeft gehad van een vroeg
invallend voorjaar. Had het zoowel tot Maart of April
gewinterd, zoodat geen mest had kunnen worden ver
werkt, de inhoud van de bestaande beerputten zou te
klein zijn geweest, om den dagelijks vermeerderenden
voorraad te kunnen bergen.
Uit vorenstaande blijkt, dat de verhooging der beer
prijzen krachtens besluit van Burgemeester en Wet
houders van 3 Januari 1920, op voorstel van de Rei
nigingscommissie genomen, in alle opzichten te ver
dedigen is. Voor de compost en paardemnest werden
de bestaande prijzen gehandhaafd, zoodat thans wordt
betaald voor: 1 tender beer van 1500 Liter f 10,—
1 ij 1000 - 7,
1 M3. compost - 4(50
1 M3. paardenmest - 6,
Onder zeer ongunstige omstandigheden werd het
sorteeren van het op de mestbergplaats aangevoerde
droog vuil in eigen beheer genomen, nadat de pachter
Bijlage N.
17
te kennen had gegeven, dat hij hiervoor niet meer in
aanmerking wenschte te komen. Dit laatste, omdat
de waarde uit de uitgesorteerde artikelen tot een mini
mum prijs was gedaald.
Ofschoon op 31 December 1920 nog een belangrijke
partij lompen, enz. in voorraad was, bracht het sor
teeren over 1920 nog f 983,94'/2 op. Stijgt de handels
waarde van deze artikelen, dan zal zeker op het dubbele
dezer inkomsten kunnen worden gerekend.
Exploitatie.
Ofschoon ook dit jaar de exploitatiekosten stegen,
bleven de totaal uitgaven f 4890,08 beneden het ge-
geraamde bedrag. De uitgaven hebben bedragen
f 94959,92, waaronder voor buitengewoon f 3100,—.
Aan Ioonen werd betaald f 64172,90l/2, waarvoor
beraamd f 64600,—. Waar de uitgaven f 5000,—
minder bedragen dan geraamd was, moet van de
inkomsten worden vermeld, dat deze met f 7273,85' L>
bleven beneden het daarvoor geraamde bedrag. De
vermoedelijke oorzaak hiervan moet gezocht worden
bij de afnemers, die in verband met het hooge water
in den winter 1919/1920, waarbij veel reeds op het
land gebrachte meststoffen verloren gingen, uit voorzorg
niet tot eene vroege bemesting overgingen.