22
der Noorderhaven. In verband hiermede
besloot de Raad den 2 April 1918 boven
bedoelden hoek der Noorderhaven aan den
openbaren dienst te onttrekken, bedoeld
havengedeelte aan te plempen en op te
hoogen en het toegestane crediet voor
ophooging van het le gedeelte van het
Coenenspark te verhoogen met f 17000.—.
7 Mei. Naar aanleiding van eene circulaire van
eene commissie uit het Dagelijksch Bestuur
der Ned. Heidemaatschappij hebben Bur
gemeester en Wethouders eene commissie
benoemd teneinde maatregelen te beramen
tot vermeerdering van de hoeveelheid voed
sel voor menschelijk gebruik. Naar aanlei
ding van het uitgebrachte rapport van die
commissie werden Burgemeester en Wet
houders gemachtigd om voor het jaar 1917
stukjes grond ter grootte van 2 Are aan
belanghebbenden te verpachten tegen een
huurprijs van f 4.— per Are, ter verbou
wing van gewassen voor menschelijk gebruik.
Teneinde de voorgeschreven beperking
van gasverbruik te kunnen bereiken, mach
tigde de Raad in zijne vergadering van 7
Mei 1917, Burgemeester en Wethoudersom
sommige verbruikers die geen aanleiding
vinden hun gasverbruik te beperken, den
toevoer van het gas af te snijden.
11 Juni. Bij raadsbesluit van 7 Augustus 1916
werd aan Burgemeester en Wethouders
23
terzake van de restauratie van den toren
der Roomsch Katholieke kerk een crediet
ten bedrage van f 13550.verleend, zijnde
de helft van de som waarop de kosten
dezer restauratie waren begroot. Bij aanbe
steding bleek, dat de raming met ongeveer
f 10.000 zou worden overschreden. Het
kerkbestuur gaf Burgemeester en Wethou
ders in overweging de restauratie vanwege
dat bestuur in eigen beheer te doen uitvoe
ren. In zijne vergadering van 11 Juni 1917
werd het voorstel van Burgemeester en
Wethouders om de restauratie in eigen be
heer te doen uitvoeren en in verband
daarmede het verleende crediet te verhoo
gen tot f 15.000, verworpen.
11 Juni. Besloten werd gratis installaties en huur-
motoren voor electriciteit verkrijgbaar te
stellen.
De klok in den toren van de Broederen
kerk, het z. g. n. Poortklokje was zoodanig
gebarsten, dat herstel zonder vergieten niet
mogelijk was. Waar de klok eigendom was
der Kerkelijke gemeente moest zij ook van
harentwege hersteld worden daar de klok
ook ten dienste der burgerlijke gemeente
stond, bracht de billijkheid echter mede, dat
zij voor gemeenschappelijke rekening werd
hersteld. Tusschen Kerkvoogden der Ned.
Herv. Gemeente en Burgemeester en Wet
houders was te dien opzichte overeenstem-