Bijlage B. 12 Uil het ontvangen antwoord van Burgemeester en Wet houders bleek, dat de slagers, die dit perceel als slacht plaats gebruikten, waren aangeschreven deze slachterij te sluiten. Bij een later ingesteld onderzoek heeft de Com missie zich overtuigd, dat aan dit bevel gevolg was gegeven en de slachtplaats gesloten was. Een bewoner der Beukerstraat klaagde over den hinder dien hij ondervond van het niet ledigen eener zinkput op het erf van zijn buurman gelegen, waardoor de geregelde afvoer van huis- en hemelwater werd belemmerd. Klager werd er op gewezen, dat indien zijn buurman, die ver plicht was dit water op zijn erf te ontvangen, geen af doende verbetering aanbracht, hij zich tot den eigenaar van dit perceel had te wenden. c. Verontreiniging van lucht (stank van fabrieken, enz.). Een bewoner der Berkelkade klaagde over stank van beenderenmeel, geborgen in een pakhuis naast zijne woning. De Commissie verwees klager naar Burgemeester en Wethouders, daar de vergunning door de Hinderwet vereischt voor het oprichten van eene inrichting tot het bewaren van meststoffen, voor dit pakhuis niet was verleend. Uit een door Burgemeester en Wethouders ingesteld onderzoek bleek, dat de stank niet veroorzaakt werd door een meststof en dat noch de Hinderwet, noch eenigartikel der plaatselijke politieverordening hier toegepast kon worden om aan deze zeer gegronde klacht een einde te maken. Bijlage B. 13 Een bewoner der Beekstraat deelde de Commissie mede, dat hij veel hinder had van stank van eene verzameling lompen en botten, die bewaard werd op een open terrein achter de woning van zijn buurman en grenzende aan zijne woning. De juistheid dezer klacht kon niet worden aangetoond, daar bij het onderzoek der Commissie geen lompen en botten meer aanwezig waren. De Commissie gaf klager in overweging zich onverwijld tot haar te wenden, indien zijn buurman hem aanleiding gaf tot nieuwe klachten. De Commissie ontving eene klacht van bewoners van het Oudewand over de groote hoeveelheid stof verspreid door het uitkloppen op straat van de stroo- zakken der militairen, die tijdelijk in het voormalige militaire kledingmagazijn verblijf houden. Aan den garnizoens-commandant werd een schrijven gericht met verzoek te willen bevorderen, dat dit uitkloppen voortaan zou plaats vinden buiten de bebouwde kom der gemeente. Uit het antwoord, dat onmiddellijk daarna door de Commissie werd ontvangen, bleek dat deze reiniging buiten voorkennis van den garnizoens-commandant had plaats gehad en dat voor het vervolg het exercitieterrein daarvoor is aangewezen. De afgewerkte gassen van den gasmotor in perceel Waterstraat No. 27 werden afgevoerd op geringe hoogte boven het oppervlak der omliggende straten, zoodat bij eenigzins gunstige windrichting de stank van deze voor de gezondheid schadelijke gassen in die straten zeer duidelijk te ruiken was.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1915 | | pagina 93