Bijlage B.
4
den heer Dr. W. P. Ruijsch, voorzitter van den Centralen
Gezondheidsraad te Utrecht.
Een uitvoerig verslag van het op dit Congres behan
delde, werd door den afgevaardigde uitgebracht in de
vergadering der Commissie van 30 September.
De raming van ontvangsten en uitgaven voor het jaar
1915 was vastgesteld tot een bedrag van f 1585,—, voor
rekening der gemeente kwam daarvan een bedrag van
f 1185,—. (Bijlage III).
In de vergadering van 23 Maart werd de rekening en
verantwoording over het jaar 1914 nagezien en voorloopig
vastgesteld. Zij sloot met een voordeelig saldo van f 551,53
welk bedrag bij den gemeenteontvanger werd gestort.
Deze rekening en verantwoording werd aan Burgemeester
en Wethouders ter goedkeuring aangeboden en van dit
College met eene nota van aanmerkingen terugontvangen.
Na beantwoording dezer nota werd de rekening en ver
antwoording door Burgemeester en Wethouders bij besluit
van 21 Mei goedgekeurd. Van de goedgekeurde rekening
werd een afschrift aan den Hoofdinspecteur gezonden.
Voor gemeenterekening is in 1914 uitgegeven een bedrag
van f 636,49. (Bijlage IV).
Eene raming van ontvangsten en uitgaven voor het jaar
1916 werd vastgesteld in de vergadering van 24 Juni 1915
tot een bedrag van f 1585,- en daarna met de daarbij
behoorende memorie van toelichting bij het gemeentebe
stuur ingediend. Afschriften daarvan zijn gezonden aan
Gedeputeerde Staten van Gelderland en aan den Hoofd
inspecteur der volksgezondheid.
De ten laste der gemeente komende bedragen van t 300
Bijlage B.
5
en f 885, zijn, blijkens schrijven van Burgemeester en
Wethouders van Zutphen van 13 November 1915, op de
gemeentebegrooting voor 1916 uitgetrokken.
Uit eene circulaire van het hoofdbestuur der Nederlandsche
vereeniging tegen water-, bodem- en luchtverontreiniging
bleek, dat deze vereeniging naar hare meening van de
Gezondheidscommissiën nog niet dien algemeenen steun
heeft, welke mogelijk en in het belang der volksgezondheid
hoogst gewenscht zoude wezen. In deze circulaire werd
nader aangegeven op welke wijze haar dien steun kon
worden verleend. De Gezondheidscommissie is van meening
dat door haar aan het verlangen van het voornoemde
hoofdbestuur grootendeels reeds wordt voldaan.
Aan het archief zijn toegevoegd
Het door den Centralen Gezondheidsraad uitgebrachte
verslag van de bevindingen en handelingen van het
Staatstoezicht op de Volksgezondheid over het jaar 1913,
het verslag van het Centraal Laboratorium ten behoeve
van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid over het
jaar 1914, het maandblad van den Centralen Gezondheidsraad,
het verslag der gemeente Zutphen over het jaar 1914, het
verslag van het station voor Bakkerij en Maalderij te
Wageningen van 1 Juli 1914—1915, het pestgevaar voor
Nederland door Dr. J. J. van Loghem, het verslag der
Gezondheidscommissie te 's-Gravenhage omtrent den visch-
aanvoer, den vischhandel en het vischgebruik in de gemeente
's-Gravenhage en de middelen ter verbetering en verder
de jaarverslagen van de Gezondheidscommissiën over het
jaar 1914 en de gewone tijdschriften, week- en maandbladen.