Bijlage L.
6
lieden Kerkziek en Rietberg bleven ook dit jaar nog
onder de wapenen.
In de vacature van adjunct-boekhouder werd nog
niet voorzien en bleef de le klerk Terpstra met de
waarneming belast, terwijl door tijdelijke hulp in de
werkzaamheden van den lsten klerk werd voorzien.
Bij besluit van den Raad d.d. 8 Maart 1915 No. 90
werden Burgemeester en Wethouders gemachtigd aan
den opzichter Wolters, te rekenen van 1 Augustus 1914,
onder zekere voorwaarden eene gratificatie te verleenen
van f 20,— per maand, wegens de waarneming van
de werkzaamheden van den hoofdopzichter.
Bij besluit van den Raad d.d. 13 December 1915
No. 429 werd bepaald, dat aan de vaste ambtenaren
der gemeente, wier pensioensgrondslag, of, zoo zij meer
dan ééne gemeentelijke betrekking bekleeden, de som
van wier pensioensgrondslagen en de tijdelijke of losse
ambtenaren, wier belooning per jaar gerekend, lager
is dan f 800,—, indien hunne gemeentelijke betrekking
hunne hoofdbetrekking en hunne gemeentelijke wedde
de hoofdbron hunner inkomsten is, met ingang van
1 November 1915 tot ultimo Maart 1916 een toeslag
op hunne wedde zal worden toegekend van f 1,—
per week voorzooverre zij gehuwd of uit anderen
hoofde hoofd van een gezin zijn en geene kinderen,
geboren na den 1 November 1901 te hunnen laste
hebben en, zoo dit laatste wel het geval is, een toe
slag van f 1,— per week verhoogd met 20 ets. voor
één kind en met 15 ets. voor ieder volgend kind,
geboren na 1 November 1901, dat zij ten hunnen laste
hebben. Onder kinderen worden in dit besluit
Bijlage L.
7
verstaan wettige kinderenonder pensioensgrondslag
wordt verstaan de pensioensgrondslag zooals die over
eenkomstig de Pensioenwet voor de Gemeenteambte
naren 1913 door den Minister van Financiën is vast
gesteld of, bij gebreke van zoodanige vaststelling, door
het betrokken gezag voorloopig is geregeld; onder
week wordt verstaan de kalenderweek onder ambte
naren zijn begrepen beambten, bedienden en werklieden.
Op 31 December 1915 bestond het vaste personeel
uit