3
Bijlage L.
5
GASFABRIEK.
AMBTENAREN, BEDIENDEN EN FABRIEKSPERSONEEL.
Op zijn verzoek werd bij besluit van Burgemeester
en Wethouders, d.d. 14 September 1915, Afdeeling Alge-
meene Zaken No. 3054, aan den gasmaker G. J. Bran-
denbarg eervol ontslag verleend, ingaande 19 October
1915. Bij Kon. besluit d.d. 24 November 1915, No. 49,
werd hem met ingang van 19 October 1915 een pen
sioen, ten laste van het Pensioenfonds voor de Ge
meenteambtenaren, toegekend van f 376,'s jaars.
Ingevolge het bepaalde in de laatste alinea van art. 10
der Verordening inzake de pensionneering van gemeen
teambtenaren en hunne weduwen en weezen, bedoeld
bij de Pensioenwet voor de Gemeenteambtenaren 1913,
(Gem. Blad No. 26 van 1913) werd hem, met ingang
van den datum van zijn ontslag, een pensioen, ten laste
der Gemeente, toegekend van f 44,—, aangezien hem,
ingevolge art. 4 sub b en d, in verband met art. 2
sub 3 der Verordening betreffende het verleenen van
pensioen door de Gemeente Zutphen aan hare ambte
naren (Gem. Blad No. 204) een pensioen zou moeten
worden verleend van f 420,
Bij besluit van Burgemeester en Wethouders, d.d.
19 October 1915 Afdeeling Algemeene Zaken No. 3472,
werd met ingang van dien datum tot gasmaker benoemd
J. A. Eijerkamp, plaatswerker, en werd deze geplaatst
in de 4e loonklasse.
De hoofdopzichter Houwing en de tijdelijke werk-