152
In 1914 zijn de volgende vergunningen krachtens
de Hinderwet verleend
Aan J. Olree, firma C. D. Muijdermantot uitbreiding
van zijn door gaskracht gedreven tabakskerverij.
de firma Schultz en Co., tot uitbreiding en
wijziging van hare door gaskracht gedreven
houtzagerij en schaverij.
W. O. van Omme, firma Nauta en Co., tot
uitbreiding van zijne drukkerij.
de firma Oast en Co., tot vervanging van de
beide bestaande gasmotoren door een zuiggas
motor van 25/27 P.K. in hare vleeschwarenfabriek.
J. P. van der Leeuw, tot oprichting eener smederij
en bankwerkerij.
J. A. Salomé, om zijn stoomkorenmolen voortaan
door een zuiggasmotor van 20 P.K. te doen
drijven.
J. Remmelink, tot het vervangen van den benzine
motor door een gasmotor van 4 P.K. voor het
in beweging brengen van diverse werktuigen in
zijn smederij.
Gebr. Booij, tot het oprichten van eene door
gaskracht gedreven koffiebranderij.
F. van Nistelrooij, tot het oprichten van een
kuiperij.
den Directeur der Zutphensche Melkinrichting
tot uitbreiding van de bestaande zuivelfabriek en
melkinrichting.
Provisoren van het Oude- en Nieuwe Gasthuis,
tot het verplaatsen van de bestaande smederij
en koperslagerij.
153
Aan den Directeur der Zutphensche Melkinrichting zijn
nieuwe voorwaarden opgelegd met betrekking tot
de zuivelfabriek en melkinrichting.
Bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland
d.d. 8 September 1914 is aan het Gemeentebestuur
vergunning verleend tot het oprichten van een inrich
ting voor het bewerken van hout, gedreven door een
electromotor, van 5 P.K., alsmede van een smederij.
b. Vervening bestaat in deze Gemeente niet.
c. Mijnwezen evenmin.
d. Visscherij.
Slechts weinig ingezetenen vinden hierin een middel
van bestaan.
De opbrengst van de aan den afslag aangevoerde
zee- en riviervisch bedroeg in 1914 f 13506,02 tegen
f 12482,09 in 1913.
III. Handel en Scheepvaart.
a. Binnenlandsche Handel.
Markten (niet vermeld in Hoofdstuk XI. Landbouw
en Veeteelt).
Hiertoe behooren de linnenmarkten.
Daarop werden aangevoerd