Bijlage B.
8
Omtrent het aantal baden zie Bijlage III, terwijl over de
badgelegenheden geen bijzonderheden zijn mede te deelen.
HOOFDSTUK III.
Toestand van water, bodem en lucht en hetgeen tot
verbetering daarvan is verricht.
a. Waterloopen, Slooten enz.
Het nieuwe riool aan den Deventerweg met zinker in
de buitengracht blijkt goed te voldoen. Niettegenstaande
de warme zomer veroorzaakte de gracht geen stank.
Door bewoners van de Beekstraat werd geklaagd over
stank van de Berkel. De abnormaal geringe hoeveelheid
water door de Berkel aangevoerd maakte het onmogelijk
voldoende te spuien; bovendien wordt door de omwo
nenden veel afval en vuilnis in de Berkel gestort, waardoor
verontreiniging en stank ontstaat.
b. Verzameling en afvoer van vuil mestvaaltengoten enz.)
Geklaagd is over vervuiling van een put in het straat
riool in de Kuiperstraat. Nadat gebleken is, dat een van
de bewoners daarin van tijd tot tijd een beerton ledigde,
is tegen den dader door de politie proces-verbaal opge
maakt.
Er mag te dezer plaatse wel eens op worden gewezen,
dat in de Polifie-verordening van de Gemeente Zutphen,
in artikel 26 verboden is, in de zinkputten aan de straat
Bijlage B.
9
faecaliën, modder, harde voorwerpen of vuilnis te werpen.
Al te veel wordt tegen dit voorschrift gezondigd.
Men kan de putten, waarin dagelijks de vuilwaterem-
mers der omwonenden worden geledigd aan hun uiterlijken
staat en den stank, dien zij verspreiden, herkennen.
Door een bewoner van de Nieuwstad is geklaagd, dat
hij last had van stinkend water, dat door den muur in
den kelder zijner woning binnendrong.
Bij onderzoek bleek, dat het water zeer waarschijnlijk
kwam uit een aangrenzenden kelder, die als put eener
closet-inrichting gebruikt werd.
Daar deze toestand voor de volksgezondheid schadelijk
moest worden geoordeeld, is aan Burgemeester en Wet
houders verzocht daartegen maatregelen te nemen.
Door Burgemeester en Wethouders is onder overlegging
van een rapport van den Gemeente-architect medegedeeld,
dat door den eigenaar van het betreffende perceel al die
verbeteringen zijn aangebracht, die tot afdoend verhelpen
van den slechten toestand konden medewerken.
Een klacht over stank van een urinoir in den Rosmolen-
steeg is onderzocht. De klacht deed zich voor gedurende
de zeer warme dagen. Ook over vervuiling van een urinoir
aan den Paardenwal kwam een klacht in. Het is niet te
ontkennen dat onzindelijkheid en stank voor de omwo
nenden zeer onaangenaam is. Waar door de klachten de
aandacht der commissie op deze zaak is gevestigd, kan
echter niet anders worden gezegd dan dat voldoende zorg
aan de reiniging wordt besteed.