Bijlage M.
38
arbeiders in dienst genomen, even zoo tot hulp en
aflossing van het machinepersoneel bij het pompen
gedurende den nacht.
Toestand der inrichting.
Gebouwen aan het pompstation.
Deze verkeeren in goeden staat, en had daaraan
alleen het gewone onderhoud plaats.
Stoomwerktuigen en ketels.
Aan de stoomwerktuigen had het gewone onderhoud
plaats. Waar bij den ouden toestand één centrifugaal-
pomp de hevelput bij normalen gang van de machine
reeds afpompte, werd dit toegeschreven aan den slechten
toevoer van de draineerleiding, die niet voldoende
water kon aanvoeren. Na het in gebruik nemen der
nieuwe putten op 1 September bleekdat zelfs twee
centrifugaalpompen deze niet konden lens pompen, en
dat extra filterpompen nog noodig was, al was dit niet
gedurende zulk een langen tijd als vroeger. Een
onderzoek ingesteld naar den inwendigen toestand der
centrifugaalpompen, bracht aan het licht dat deze zeer
versleten waren, zoodat de capaciteit sterk was ver
minderd. Maatregelen om dit euvel afdoende te ver
beteren worden overwogen.
Ketel No. 1 werd van zijn metselwerk ontdaan om
gekeurd te worden. Bij de beproeving door het
Stoomwezen werden, behalve eenige kleinigheden geen
bemerkingen gemaakt, en werd de ketel na tweemaal
Bijlage M.
39
gemenied te zijn weder ingemetseld, na zooveel ver
plaatst te zijn, c'at het volgend jaar tusschen beide be-
metselingen een gang kan komen. In 1910 moet ketel
No. 2 ontmanteld worden, en wordt deze dan ook een
weinig verplaatst.
Van de Steenkolen-Handelsvereeniging te Utrecht
werden 97500 K.G. kolen betrokken, van de Gasfabriek
88951 K.G. terwijl 203576 K.G. Engelschc kolen van de
Firma P. H. Hoos Zn. te Rotterdam, verwerkt die
veel lager in prijs zijn, en goed voldeden.
Filters en Bronnen.
De filters werden goed in orde gehouden, op tijd
schoongemaakt en van nieuw filtermateriaal voorzien.
Hoewel extra filter pompen noodzakelijk bleef, is
hierin na het in gebruik nemen der nieuwe putten een
groote verbetering gekomen. Tegen 1259 uur in de
eerste acht maanden, werd de Worthingtonpomp in de
laatste vier maanden slechts 63 uur gebruikt; van de
centrifugaalpompen was dit 1558 en 195 uur. Na het
in gebruik nemen der nieuwe putten was de laagste
stand van de hevelput 2.90 -j- A.P., terwijl dit voor dien
tijd gewoonlijk 1.80 M. A. P. was, op welk peil
de centrifugaalpompen afsloegen.
Nadat een proefboring was gedaan en daarbij was
gebleken, dat de grond goed waterhoudend was, en
het opgepompte water na onderzoek voor het gebruik
was goedgekeurd, werd het maken van 3 putten met
bijbehoorende hevelleiding opgedragen aan den heer
N. Hoogendoorn, Civ. Ing. te Giessendam. De putten
zijn gemaakt tot een diepte van 22lj.2 M. onder het