Bijlage E. 2 2e klasse noodzakelijk. De Heer W. L. ÜLTHOF werd met het oog daarop op 1 September tijdelijk aangesteld en bij zijn vertrek op 1 November ver vangen door de tijdelijke onderwijzeres Mej. B. VAN Meer, die aan het einde van het jaar nog tijdelijk m functie was. De ziekte van den Heer J. Daams maakte een langdurig verlof noodzakelijk; zijne plaats werd van 13 September af tijdelijk ingenomen door Mej. c. A. VAN Enter. Deze vertrok 1 October en werd opgevolgd door den tijdelijken onderwijzer D. Koerselman, die 1 November vertrok en 15 November werd opgevolgd door de tijdelijke on derwijzeres Mej. H. A. F. MUSSERT, die tot 31 De cember in functie bleef. Ook in school G hadden groote veranderingen plaats Niet alleen werd de geheele school verplaatst naar de voormalige school D in de Waterstraat, maar ook waren er talrijke mutaties in het onderwijzend perso neel: Mej. A. L. J. Frahm vroeg en verkreeg eervol ontslag op 5 Februari 1906, terwijl in hare plaats op 5 Maart werd benoemd Mej. J. R. ROELOFSEN die den len Juni in functie trad. In de vacature werd tijdelijk voorzien door de benoeming van Mevr. A. A. L. FAHRO—VAN DEN BERG. Aan Mej. H. M. BAAN- DcRS werd eervol ontslag verleend op 1 Juni 1906 iare plaatsvervangster Mej. J. Jongtien trad op dien datum in functie. Mej. J. JONGTIEN verkreeg eene benoeming in hare geboorteplaats Harderwijk en ver kreeg eervol ontslag op 1 November, in hare plaats Werd benoemd Mej. G. Leurink, die op 1 November Bijlage E. 3 in functie trad. Den Heer J. VAN DER HORST viel eene rijksbeurs in de litterarische faculteit aan de universiteit te Utrecht te beurt. Hem werd eervol ontslag verleend met ingang van 1 October, in zijne plaats werd benoemd Mej. T. DOUWES, die in dit jaar nog niet in functie kon treden. Door tijdelijke aanstelling van Mevr. A. A. L. FAHRO—VAN DEN BERG, werd in de vacature voorzien. De Heer R. BRUNSTING trad op 1 Maart aan school I in functie. De Heer A. VAN Eekeren werd benoemd tot hoofd der school te Fijnaart, hem werd eervol ontslag verleend met ingang van 31 October. Zijn opvolger hoopt 1 Februari 1907 zijne functie te aanvaarden; in de vacature werd tijdelijk voorzien door de aanwijzing van de vroegere onderwijzeres aan deze school Mej. K. LENDERINK, echtgenoote van den Heer A. JARING. Aan Mej. C. E. DE HERDER werd eervol ontslag verleend met ingang van 1 Februari 1907, in hare plaats werd benoemd Mej. Chr. ZüRlNK te Warnsveld. Aan de R. C. jongensschool werd op 1 September 1906 de Heer Th. P. J. SNIJDERS vervangen door den Heer N. R. Luiken. Aan de school voor Chr. Nat. Onderwijs (Paarden- wal) trad op 1 Januari 1906 de Heer K. Dam in functie, ter vervanging van den Heer T. DE BOER, benoemd tot hoofd der school te Boornbergum. De toestand der gebouwen en lokalen der openbare- en bijzondere scholen is in het algemeen bevredigend. Aan het plaatsgebrek werd tegemoet gekomen door

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1906 | | pagina 162