i'rj-r.r.Tstsï-ti gLmé„SgeZ°ndheid SChade"'iken '0S,a"d «wTÏ Bijlage B, 6 HOOFDSTUK III. Toestand van water, bodem en lucht en hetgeen tot verbetering daarvan is verricht. a. waterloopenslooten enz. atwa,erin& medegedeeld e„ a,s Bij,age fv 'S b' verzamelins en afvoer van vuil (mestvaalten, goten enz Door omwonenden is geklaagd over ee„ mesivZ vee in waarvan zeer veei last en hinder wordt ondervonden. Bij onderzoek bleek de klacht volkomen gegrond Een open mestverzameling op een terrein, dat geen bezink.W toelaat en waarvan ier en hemelwater naar alle zijden .Cn', ^""gemeester en ^houders, hiermede in kennis gesteld hebben maatregelen genomen, dat aan dezen voor ee„2'staf,n„ T, V°CW S,a"k door een stal m de Apenstert. ,s onderzocht. Of het vocht door den werd veroorzaakt, was door den vervuilden staat in de"3 C Saa"' 00l< Was geklaasd, dat ier uit den stal de open goot langs de straat afvloeide Daar dit nnH normale omstandigheden niet kon plaats hebben, gescl^ Bijlage B. 7 het vermoedelijk alleen bij het uitmesten van den stal. Intusschen is er bij den eigenaar van het huis op aange drongen verbeteringen aan te brengen in den stal, zoodat doordringen van vocht voorkomen wordt. 3. Een andere klacht over het laten afvloeien van ier door de open straatgoot in de Wanne, is met medewerking van den eigenaar beëindigd. 4. Bij een bezoek aan het Ziekenhuis bleek, dat de gebruikte verbandstoffen met ander vuil en afval door de stadsreiniging werden weggehaald. Daar het vuilnis door de gemeentereiniging opgehaald wordt gesorteerd, bestond er naar het oordeel der Com missie groot gevaar voor de arbeiders tot opdoen van in fecties. Over deze zaak is aan Heeren Provisoren ge schreven, die geantwoord hebben, dat reeds sedert enkele weken de verbranding van bedoelde verbandstoffen ge schiedde en derhalve reeds aan den wenk der Commissie was voldaan. 5. Door eenige bewoners van de Barlheze werd geklaagd over water in de kelders. Vermoedelijk was dat water afkomstig uit de waterleiding, althans nadat eenige veran dering in de leiding was aangebracht is het water niet terug gekomen. 6. Verder zijn eenige klachten betreffende de opruiming van vuil van straten, riolen en zinkputten, gebracht ter kennis van Burgemeester en Wethouders of van den Direc teur der gemeente-reiniging, die zooveel mogelijk hebben

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1906 | | pagina 118