Bijlage A. 10 Putscheppen. De karren voor het scheppen van rioolputten, kolken enz. werden eenigszins verbeterd; door het aanbrengen van gebogen assen kwamen de bakken veel lager bij den grond, zoodat zij thans elk door één in plaats van twee arbeiders bediend kunnen worden. Een zeer groot bezwaar blijft echter bestaan, n.l. dat de karren te klein zijn; zij kunnen slechts een kwart kub. M. inhouden, waardoor dus veel tijdverlies ontstaat, met het dikwijls heen en weder rijden naar en van de mestplaats; dé dienst wordt dan ook voor deze 2 karren te groot. Ophalen van slachtafval. Het ophalen van slachtafval geschiedt kosteloos, ten einde te bevorderen, dat door de slagers dit afval niet te lang bewaard worde. Het ophalen op zich zelf is gewijzigd; geschiedde dit tot nog toe met een handkar in de avonduren, waardoor veel wandelaars last hadden van den 011- dragelijken stank, thans wordt het per paardekar in de vroege morgenuren opgehaald en veroorzaakt zoo doende niet zooveel hinder. Het valt echter niet te ontkennen, dat het bewaren en het verwijderen van dit soort afval hier ter stede nog niet op de meest hygiënische wijze geschiedt; trouwens het is van lieverlede van enkele slagers tot meerderen uitgebreid, zoodat deze dienst ook niet met het meest geschikte materiaal voor een veel vuldig ophalen is ingesteld. Een onderzoek naar Bijlage A. 17 eene betere verwijdering zou dan ook wel gewenscht zijn. Openbare privaten en urinoirs. Deze werden voortdurend schoongehouden; de met oliepotten ingerichte urinoir aan den Boompjeswal voldoet wel, ofschoon potten en platen nauwlettende zorg vereischen, evenals dit met de torfit urinoirs het geval is; de potten zijn zeer dikwijls verstopt en de platen groeien spoedig aan, zoodat voortdurend daar op gelet moet wordenhet schoonhouden kan dan ook haast niet meer als licht werk aan een ouden arbeider worden opgedragen. De openbare privaten aan de Zuiderhaven en in den Wittenhoed zijn thans zoodanig ingericht, dat zij geen reden tot klagen meer geven. Dienst op de mestbergplaats. In Januari werd een Beltbaas aangesteld, ten einde voortdurend toezicht te houden op de werkzaam heden op de mestplaats; deze geschiedden daardoor veel geregelder, terwijl ook met meer oordeel (voor zoover dit met de beschikbare ruimte mogelijk is) de composthoopen worden aangelegd. De compostbereiding op zich zelf kan geen ver betering meer ondergaan; de gelegenheid tot het maken van werkelijk goede compost ontbreekt op deze plaats en zal ook wel niet te maken zijn. Meermalen moet door gebrek aan ruimte het opgehaalde vuil tijdelijk op een der uithoeken van

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1906 | | pagina 112