Bijlage K.
8
zien wijsedert de nieuwe regeling is ingevoerd niet
meer verschijnen.
Enkele malen werd het Museum bezocht door scholen
of Vereenigingen. Aan de leerlingen van de school
voor Kunstnijverheid werd door ons, onder leiding van
hunne onderwijzers of onderwijzeressen, vrijen toegang
toegestaan.
Het aantal bezoekers van buiten en uit de gemeente
is natuurlijk niet afzonderlijk op te geven. Het is evenwel
een feit, dat ook van elders geregeld bezoekers het Museum
komen bezichtigenvooral nadat door advertentiën in
de couranten welke in de omliggende streken worden
uitgegeven, de aandacht was gevestigd op de tijdelijke
tentoonstellingen
Aangaande de geldmiddelen valt het volgende te
vermeldenmede als toelichting tot de hierbij overge
legde rekening en verantwoording.
De f 35°.voorschot voor kosten van inrichting,
ons door de gemeente verstrekt werden gebruikten
verantwoord. De kosten van inrichting konden echter
destijds nog niet alle worden overzien en uit dien
hoofde ook niet alle worden opgegeven. Ook was een
zuivere onderscheiding tusschen kosten van inrichting en
van jaarlijksch onderhoud dit jaar vrij wel onuitvoer
baar, aangezien, toen het Museum eenmaal geopend
was, nu hier dan daar iets aan de inrichting der ver
trekken, de plaatsing der voorwerpen, enz. moest
worden veranderd. Het houden van de tijdelijke ten
toonstellingen bracht het zetten en bekleeden van een
beschot mede, terwijl de inrichting van de zaal in ver
band daarmede verschillende veranderingen moest onder-
Bijlage K.
9
gaaneenvoudige draperiën opgehangen om het leelijke
beschotwerk te maskeereneen looper aangeschaft enz.
enz. Aan de andere zijde werden ons reeds vóór de
opening van het Museum verschillende voorwerpen af
gestaan, die, hoe wenschelijk de plaatsing ervan ook
was, in zoodanigen toestand verkeerden, dat voor het restau-
reeren daarvan groote kosten moesten worden gemaakt.
Ook de kosten van de advertentie-campagne in de
plaatselijke bladen van de omliggende streek behooren
feitelijk tot de oprichtings- en niet tot de jaarlijks
terugkeerende kostenaangezien zij strekten om voor
ééns en waarschijnlijk voor het laatst, aan het publiek
kennis te geven van de uitvoering van dit deel van
ons programma.
Zoo zou er nog veel meer zijn te noemen, dat feite
lijk behoort tot dc kosten van oprichting. Bij een
globale raming komen deze posten tezamen op een
bedrag van ruim 260,dat, aangezien de toegestane
350,ook bij de zuinigste wijze van besteding niet
toereikend bleken, nu grootendeelsop de uitgaven-rekening
van dit jaar moest worden overgebracht, die daardoor na
tuurlijk zwaar gedrukt werd.
Dientengevolge sluit de rekening van dit jaar met
een nadeelig saldo van 218,56^.
Het is intusschen niet onmogelijk, dat deze achter
stand allengs kan worden ingehaald, zonder tot bui
tengewone aanvragen onze toevlucht te nemen. Immers,
gaat men na, dat op de uitgaven-rekening van dit jaar
zooals boven werd aangestipt voorkomt onge
veer 260,aan kosten van eerste inrichting en
I49>5° aal1 gedane aankoopen, dan blijkt dat reeds