58 vrouwen, zoodat op 31 December 1898 aanwezig waren 242 mannen en 251 vrouwen, totaal 493 personen. Volgens Art. 38 van het Reglement werden op last van het Gemeentebestuur hiervan gratis verpleegd 22 mannen en 27 vrouwen. Gemiddeld ontvingen 10 personen uit deze Gemeente gratis iederen dag een portie bouillon. Evenzoo werden gratis aan verschillende zieken ver strekt 170 K.G. ijs. In het Ziekenhuis gebruikte men 1658 K.G. en in het Krankzinnigengesticht 141 K.G. Aan particulieren werden 10434 K.G. verkocht, zoo dat in het geheel 12403 K.G. ijs afgeleverd zijn. Bestuur. In den loop van het jaar is, door het bedanken van den Heer F. A. Baron VAN ITTERSUMin diens plaats als Provisor benoemdde Heer C. G. Lagerweij. De Heer Mr. M. ROM COLTHOFF, die volgens den bestaanden rooster aan de beurt van aftreden was werd door den Gemeenteraad op nieuw benoemd. Ambtenaren en verder Personeel. Ziekenhuis. Onder leiding van Mejuffrouw M. ENSEMEIER als Huismeesteres, waren den 1 Januari 1898 in het Zieken huis werkzaam 7 verpleegsters2 keukenmeiden1 werkmeid en 1 portier. In den loop van het jaar hadden enkele verande ringen in dit personeel plaats; de sterkte bleef echter dezelfde. 59 Voor het onderhoud der tuinen werd door eenen vasten arbeider zorg gedragen. Krankzinnigengesticht. Den 25 Juni 1898 werd aan P. H. J. ARENTSEN die sedert 1 April 1896 alhier als 2e klerk werk zaam was, op zijn verzoek eervol ontslag uit zijne betrekking verleend en in zijne plaats P. MENTZ be noemd. Gedurende het jaar 1898 kwamen verder geen ver anderingen voor onder de ambtenaren van dit gesticht. In het afgeloopen jaar verlieten 13 Oppassers en 13 Oppasseressen om verschillende redenen hunne betrek king, terwijl 15 Oppassers en 15 Oppasseressen in dienst traden. Een oppasser is met pensioen uit zijne betrek king ontslagen. Eene der gepensionneerde oppasseressen is, in het laatst van het jaar 1898 overleden. Als vroeger bestond het inwonend personeel uit: 1 machinist, 2 bakkers, 1 kantoorknecht, 1 magazijn knecht tevens hulpkok, 1 portier, 1 badmeester en vrouw, 2 keukenmeiden, 3 werkmeiden, 3 linnenmei den, 2 strijksters, 1 mangelmeid, 1 naaister en 1 nachtwacht, terwijl op de bleekerij de bleeker en zijne vrouw, benevens een knecht geregeld werkzaam waren. Voorts waren de volgende uitwonende werklieden geregeld aanwezigeen tweede machinisteen smid stoker 1 wever1 koperslager-gasfitter3 kleermakers, 2 schoenmakers, 2 behangers, 2 timmerlieden, 2 met selaars, 1 kok, 6 ververs en 2 tuinlieden, terwijl een groot gedeelte van het jaar 1 witter dienst deed.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1898 | | pagina 31