H. D. Tjeenk Willink, doctorandus in de plant- en dierkunde aan de Universiteit te Leiden. Deze trad den 15<1«" October in functie. Gedurende de afwezigheid van den heer VAN RIEMSDIJK en tijdens de ontsten tenis van zijnen opvolger, werden de lessen door enkelen der overige leeraren waarge nomen. Ten einde de leerlingen der We klasse ge durende de laatste maanden van den cursus niet te doen verstoken zijn van het onderwijs in de plant- en dierkunde, heeft de heer VAN RIEMSDIJK, niettegenstaande zijne onge steldheid, toch gedurende dien tijd het onder wijs in die klasse gegeven. In de vergadering van den Gemeenteraad van 4 Januari werd de heer W. C. Gelton, die op het einde van het jaar 1896 met gun stig gevolg examen heeft afgelegd in de Staathuishoudkunde, weder voor ée'n jaar tij delijk aangesteld als leeraar in de staats- en handelswetenschappen, op de vroegere voor waarden. In de vergadering van den Gemeenteraad van 31 Mei werd besloten, de IIRe klasse weder te splitsen in twee parallel-afdeelingen voor het onderwijs in de Plant- en Dierkunde, de Staatsinrichting, het Boekhouden en de Aardrijkskunde, en werden de leeraren, belast met het onderwijs in die vakken, weder voor 3 één jaar met twee extra uren :s weeks onder wijs belast (tegen de vroegere voorwaarde). Tegen het einde van den cursus werd ech ter door de Commissie, op voorstel van den Directeur besloten, de Staatsinrichting in de IIIde klasse met den nieuwen cursus te doen vervallenen het daarbij vrijkomende uur in ieder der parallel-afdeelingen dier klasse te besteden voor het onderwijs in de natuur kunde. De heer Stoel verklaarde eveneens van de noodzakelijkheid doordrongen te zijn, één uur 's weeks meer aan het onderwijs in de natuurkunde te wijden; hem werden daarom de beide vrijkomende uren toebe deeld, zonder bezwaar voor de finantiën dei- Gemeente. Op dezelfde gronden als in eenen vorigen cursus, werd in de vergadering van den Ge meenteraad van 2 Augustus beslotenhet onderwijs in de aardrijkskunde, het schoon schrijven en het hand- en lijnteekenen in de Iste klasse te splitsen op de vroegere voor waarden. Bij het vaststellen van de Gemeentebe- grooting van het jaar 1898, werd de bezoldi ging van den neer H. C. Mellet, met ingang van 1 Januari van dit jaar, verhoogd met 200,en dus bepaald op f 1000, Den 5l1eu Februari herdacht Dr. A. J. C. Snijders zijne 25jarige ambtsvervulling als

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1897 | | pagina 73