28
HOOFDSTUK IV.
Geldmiddelen.
Naar de laatste door Gedeputeerde Staten afgesloten
rekening (art. 221 der wet van 29 Juni 1851, Staats
blad no. 85), zijnde die over 1896, bedroegen de ont
vangsten (waaronder het batig slot van
1895 ad 27985,69) 452352,59
en de uitgaven 440045,16s
Zoodat het batig slot was 12307,42 s
Onder het batig slot is begrepen 4244,19, als
overschot van buitengewone ontvangsten, welk bedrag
ten bate van den dienst 1897 is overgeschreven.
Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde
begrooting (art. 207) voor het jaar 1898, zijn de ont
vangsten geraamd op 467300,20s
en de uitgaven op 467300,20s
Zoodat die begrooting geen voor- of nadeelig slot
aangeeft.
HOOFDSTUK V.
In het aantal en den toestand der verschillende ge-
bouwen, zooals die vermeld zijn op pag. 47 van het
vorige verslag, kwam geene verandering.
De verschillende gebouwen werden geregeld onder
houden en verkeeren in goeden toestand.
De Werkschool werd in den loop van het jaar opge
heven. Van de gereedschappen en leermiddelen dier
school werden de daartoe geschikte voorwerpen afge
staan aan de Burgeravondschool en aan de gemeente
werkplaats, een gedeelte opgeborgen op den zolder
van het gemeentehuis, en de rest in het openbaar
verkocht.
De lokalen in den Geweldigershoek werden dezen
winter ter beschikking van de Commissie voor de Kin
dervoeding gesteld.
De in 1896 gebouwde tweede stal bij de Veemarkt
werd na den onderhoudstermijn opnieuw naar behooren
opgeleverd.
Tengevolge der besmetting van den ouden stal op
de Veemarkt door mond- en klauwzeer, werd deze
tijdelijk buiten gebruik gesteld.
De omrastering van het bassin van de zweminrich
ting bovenstrooms op den ljssel eischte eene belang
rijke herstelling, bestaande in het aanbrengen van
nieuwe sloven en rasters.
De onderhoudskosten van een en ander hebben be
dragen, met inbegrip van het onderhoud en de bedie
ning van de verschillende badinrichtingen 2158,38
De drie perceelen langs den Buitensingel, in 1896
ten verkoop aangebodendoch wegens lage inschrijving
Gemeente-eigendommen, Werken
en inrichtingen.
A. Gebouwen, eigendommen en inrichtingen, niet
bestemd voor den publieken dienst.
2^
Gemeentegronden en Landerijen.