78
1. aan G. J. Gerritsen, tot het oprichten van eene
koper- en blikslagerij.
2. Provisoren v/h O. N. Gasthuis, tot oprich
ting eener slachtplaats voor runderenkal
veren en varkens.
3. G. J. Gassenaar, tot oprichting eener bak
kerij met oven.
4. J, Polak Jzn. en L. Schwarz. (firma Polak
Schwarz), tot het voortzetten en het uitbrei
den van hunne inrichting voor het vervaar
digen van chemische praeparaten.
5. J. J. Vies en zonen, tot het zeemen van
honig en het smelten van was.
6. H. J. Douwes, tot oprichting van eene li
keurstokerij.
7. C. Weijel, tot oprichting van eene slach
terij.
8. Gebrs. van Wijhe, tot het oprichten van
een mosterdfabriekom daarin tevens een
disintegrator te mogen gebruiken tot het
malen van marmer en specerijen en deze
fabriek in werking te brengen door een gas
motor.
9. J. C. Niedelstein Walter, tot het in ge
bruik nemen van een petroleummotor
tot het drijven van de Zutphensche brood
fabriek.
10. F. C. Günther, tot het plaatsen van een
smidse in den kelder van zijn woonhuis.
11. W. F. G. L. Nagtegaal, tot het oprichten
van eene smederij.
79
12. aan Arnoldus Meerstadt, tot het uitoefenen van
eene slagerij en het maken van twee rook
kamers in dat gebouw.
13. J. Vlessert, tot het slachten van koeien.
14. G. J. Meerstadt J.W.Gzn., tot het oprichten
van eene vleeschrookerij en zouterij.
b. Verveening.
Bestaat in deze gemeente niet.
c. Visscherij.
Slechts weinig ingezetenen vinden in dezen tak van
nijverheid een middel van bestaan.
De opbrengst van de aan den afslag aangevoerde zee-
en riviervisch bedroeg in 1892 f 12423,87 tegen 13507,16
in 1891.
III. Handel en Scheepvaart.
a. Binnenlandsche handel.
Markten (niet vermeld in Hoofdstuk XI, Landbouw
en Veeteelt).
Hiertoe behooren in de eerste plaats de doekmarkten.
Daarop werden aangevoerd
Wit linnen 29800 slagel, middenprijs f 0,38')
Grijs n 2826 o>35
Pellen 18050 Meter, 0,28
vertegenwoordigende alzoo eene waarde van ongeveer
f 17367,10.
Onder den aanvoer van het wit linnen is ook half
linnen begrepen, tegen f 0,28 tot f 0,31 per meter.