8
Eén leerling der Ille klasse legde het exa
men voor de Militaire Akademie af, doch zon
der goed gevolg, zoodat hij in dit jaar zich
nogmaals aan dezelfde proef zal wagen.
Over het gedrag der leerlingen valt over het
algemeen niet te klagen. De Comm. v. Toez.
heeft dan ook slechts twee leerlingen uit de
Ye klasse vóór zich zien verschijnen, die zich
aan onbehoorlijk gedrag in de les van den
Heer Balland hadden schuldig gemaakt. Eene
scherpe berisping viel hun daar ten deel.
Inrichting der De regeling van het onderwijs in de Fran-
lessen. sche taal heeft eindelijk haar beslag gekregen.
Door de daartoe benoemde Raadscommissie (zie
Yerslag van het vorige jaar) is in de Raads
vergadering van 1 April een nieuw voorstel
ingediend, waarbij aan de wenschen der Comm.
van Toezicht was te gemoet gekomen, en tot
welks aanneming door ons Collegie dan ook
geadviseerd werd. Het werd daarop door den
Raad in zijne Vergadering van 6 Mei aange
nomen, en alzoo werd besloten:
le. De IIIe klasse te splitsen, ook voor het
onderwijs in de Fransche taal, en in bei
de afdeelingen het onderwijs op te dragen
aan den Heer Balland.
2o. Het onderwijs in beide afdeelingen der
He klasse te doen geven door de leeraren
van Hasselt en Balland;
3o. Voor de vermeerdering van het aantal
9
les-uren den Heer van Hasselt eene ver
hooging van jaarwedde van f 400,toe
te kennenen
4o. De regeling met 1 September 1889 in
werking te doen treden.
De Comm. v. Toezicht besloot verder de
lessen in de IIe klasse zoodanig te regelen
dat de Heeren Balland en van Hasselt ieder
2 uren in klasse IIs en 2 uren in klasse lib
zou geven, met dien verstande, dat de eer
ste zich zou belasten met het grammaticale
gedeelte, en de tweede met de vertalingen
uit het Fransch in het Nederlandsch.
De tot stand gekomen regeling heeft, naar
de meening van de Comm. v. Toezichtslechts
dit bezwaar, dat de Heer van Hasselt nu
verkregen heeft 31 les-uren 's weeks (met inbe
grip van zijne lessen op het Gymnasium), waar
door de taak voor dien leeraar in der daad te
vermoeiend is te achten.
De tijd moet leeren in hoeverre dit bezwaar
als overwegend te beschouwen is.
Bij den aanvang van den nieuwen cursus
1889/90 deed zich een nieuw bezwaar op. Het
bleek toen, dat de IIIe klasse 38 (later 37)
leerlingen telde; en de behoefte aan splitsing
voor die vakkenwelke tot nog toe niet ge
splitst waren, deed zich gebiedend gevoelen.
Het waren de vakkenAardrijkskunde, Staats
inrichting en Boekhouden. Yoor het Hand- en