10
ongerijf. Zeer ongelijkmatige verwarming en
morsigheid zijn de voornaamste bezwaren, en
deze zouden zeker geheel uit den weg geruimd
wordenzoo het stelsel van verwarming door
heet water kon in toepassing gebracht worden.
Mededeelingen. Nadat in September de cursus 1887/88 geo
pend was, bleek het, dat het aantal leer
lingen, met name in de twee onderste klassen,
niet onaanzienlijk was toegenomen. De Ie kl.
toch telde toen 31 de IIe 33 leerlingen. Die
klassen zijn voor de meeste vakken gesplitst
in twee parallel-afdeelingenevenwel, sedert
het vertrek van den Leeraar Raveaud in 1883,
niet meer voor het Fransch. De Directeur
was van meening, dat uit een paedagogisch
oogpunt de splitsing voor het laatstgenoemde
vak niet minder noodzakelijk was dan voor de
overige vakken, omdat het hem onmogelijk
toescheen, dat aan zoovele leerlingen tegelijk
de beginselen eener vreemde taal met vrucht
konden onderwezen worden. Hij onderwierp
zijn denkbeeld aan het oordeel der Commissie,
en deze bleek geheel met hem in te stemmen,
terwijl de desbetreffende leeraar ook zijne in
genomenheid met de beschouwingswijze van
Directeur en Commissie betuigde. Tengevolge
van een en ander werd door de Commissie, on
der dagteekening van 19 September, een schrij
ven aan den Raad gericht, waarin, op de bo
vengenoemde gronden, het verzoek gedaan werd,
dat tijdelijk, voorloopig voor éen jaar, de split-
11
sing der drie onderste klassen ook zou uitge
strekt worden tot het Fransch, en dat, in ver
band daarmede, een tweede leeraar voor dat
leervak zou benoemd worden. Die leeraar, liefst
een Nederlander, zou dan moeten belast worden
met het onderricht in het Fransch aan de twee
onderste gesplitste klassenterwijl de Heer
Balland dat onderwijs zou blijven geven in de
IIIe klasse, eveneens gesplitst, en in de beide
hoogste.
Volgens deze regeling zou de nieuwe leeraar
alsdan 18 uren per week verkrijgen, terwijl de
Heer Balland 6 uren zou verliezen, maar door
zijne werkzaamheid aan het Gymnasium toch
nog eene meer dan voldoende taak zou te ver
vullen hebben.
Door den Gemeenteraad werd besloten dezen
brief der Commissie in handen te stellen van
een viertal Raadsleden ter fine van advies. In
de zitting van 7 November kwam het Rapport
der Raads-Gommissie in, en dit luidde: „de
dringende noodzakelijkheid voor de aanstelling
van een tweeden leeraar in de Fransche taal
is de meerderheid Uwer Commissie niet geble
ken, zoodat zij de voorgestelde uitbreiding van
personeel op dit oogenblik prematuur acht."
De gronden voor dit gevoelen werden echter
in het Rapport niet medegedeeld, en werden
ook in deze Vergadering niet nader aangeduid,
daar besloten werd de behandeling van het