2
Het water uit de nieuwe pomp aan de Polsbroek bleef
nog steeds, niettegenstaande het door de Commissie was
goedgekeurd, een minder aangenamen smaak vertoonen.
Daarom werd besloten dat water nog eens aan een her
nieuwd onderzoek te onderwerpen, waarmede zich de Heer
Snijders belastte. Dit onderzoek leidde echter opnieuw
tot de uitkomst, dat het bedoelde water van voldoende
zuiverheid is, doch dat het veel ijzer bevat en dat
daaraan dus de eigenaardige smaak, de gele kleur en
de troebeling moeten worden toegeschreven. In de maand
September werden bij de Gezondheidscommissie klachten
ingebracht omtrent het voorkomen van maden of larven
in de slagerij van Withuis in het Hoogestraatje, wiens
buren beweerden daarvan veel last te hebben en haar
als schadelijk voor de gezondheid meenden te moeten
beschouwen. Aan de Heeren Sneetjes en T je enk Wil
link werd opgedragen daaromtrent een onderzoek in te
stellen. Bij het bezoek door genoemde Heeren aan de
woningen in die buurt gebracht, bleek echter, dat de
diertjes juist in menigte werden gevonden bij de buren,
doch niet bij den slager zelf. Bij een tuinman in de
nabijheid werden zij dan ook in groot aantal in droge
bladeren, afval enz. gevonden. De Heer Snellen te
Rotterdamaan wien de larven ter determineering wer
den toegezonden, meende die te moeten beschouwen als
afkomstig van een klein schubvleugelig insect: Ephestia
a
Elutella, dat op hooizolders, drogen afval, in rieten da
ken enz. veel voorkomt. Hieruit bleek dus voldoende,
dat er geene sprake was van larven uit het vleeseh,
doch wel van onschadelijke diertjes.
Ten gevolge van de verregaande onreinheid in de
achterbuurten van de Polsbroek werd door de Gezond
heidscommissie besloten 0111 te onderzoeken, welke maat
regelen zouden kunnen genomen worden, om den toestand
aldaar te verbeteren. De Heeren Sneetjes en Tjeenk
Willink namen op zich om daar ter plaatse een onder
zoek in te stellen. In een zijgang van de Polsbroek
bij do huisjes van Oudekamp en Bobbink werden door
hen groote opeenhoopingen van vuil bij de huizen ge
vonden, die den toestand aldaar onhoudbaar maakten.
Voor de Commissie echter besloot maatregelen ter
verbetering voor te stellenwerden door haar bij de
eigenaars zeiven pogingen aangewend, om hen te bewegen
vrijwillig tot die verbetering over te gaan en het is der
Commissie aangenaam te kunnen melden, dat zij in die
pogingen geslaagd is. De opeenhoopingen van vuil zijn
weggenomen en de eigenaars hebben op eigen kosten
den gang laten bestraten en in het midden eene goot
doen aanleggen.
In den afgeloopen zomer kwamen in deze gemeente
vrij talrijke gevallen voor van Typhoïde koortsen vooral
in den zoogenaamdcu Douwcsgang bij de Groensteeg doch