82
HOOFDSTUK VII.
Nationale Militie en Schutterij.
a. Nationale Militie.
Aandeel der gemeente in de lichting37
Ingeschrevenen in de gemeente, waarnaar het aan
deel is berekend129
Ingelijfden bij de landmilitie37
Ingelijfden bij de zeemilitie
b. Schutterij.
Werkelijke sterkte der schutterij in de gemeente:
Actief273
Reserve267
Te zamen 540
Actieve sterkte der schutterij bij de wet gevorderd 273
Sterkte van clen eersten ban der Schutterij.
Actief223
Reserve 252
Te zamen .475
Excersitien en schietoefeningen hadden door de leden
der dienstdoende schutterij geregeld plaats.
Het Kader en de le Kompagnie, uitsluitend samenge-
gesteld uit gewezen militairen, werden bewapend met
geweren klein kaliber, welke daartoe uit 's Rijks maga-
83
zijnen werden verstrekt. Na afloop der zomeroefeningen
werden deze geweren ingenomen en in het magazijn der
schutterij opgelegd.
Bij het corps Officieren hadden de navolgende muta-
tien plaats
De Kapitein J. J. Paehlig werd bij Koninklijk be
sluit van den 8en Januari 1886 No. 1 op zijn verzoek
eervol ontslagen. Dientengevolge werden bij Koninklijk
besluit van den 5en Februari d.a.v. No. 1 bevorderd: de
le Luitenant Mr. M. Colthoff tot Kapitein, de 2e Lui
tenant Mr. J. J. Henny tot lei1 Luitenant, terwijl Jhr. F.
A. Coenen in diens plaats tot 2cn Luitenant werd benoemd.
Bij Koninklijk besluit van den 15en Juni 1886 No. 19
werd de 2e Luitenant L. Albers bevorderd tot len Lui
tenant, terwijl bij Koninklijk besluit van den 7en Juli
d.a.v. No. 26 de schutter Jhr. R. A. van Holthe tot
Echten tot 2en Luitenant werd bevorderd. Ten slotte
werd bij Koninklijk besluit van den 6en December 1886
No. 12 aan den len Luitenant Dr. D. Bruins op zijn
verzoek als zoodanig eervol ontslag verleend onder ge
houdenheid, dat hij de op hem uit kracht der wet nog
rustende verplichtingen als gewoon lid der schutterij vol-
brenge, tevens werd in zijne plaats bevorderd tot len Lui
tenant de 2e Luitenant H. Evekink Jr.
Het eereteeken tot belooning van eervollen, langduri-
gen, werkelijken dienst bij de schutterijen werd bij Ko
ninklijk besluit van den 31cn October 1886 No. 23 toege
kend aan J. E. Peters en H. A. Heijhoff beiden
muzikant met den rang van Sergeant-majoor, alsmede
aan H. Hendriks, hoornblazer bij de dienstdoende schut
terij.