10
Het onderwijs in de kennis der natuur aan school A
heeft sedert 1 September eene aanzienlijke inkrimping
ondergaan. Nadat de Commissie als haar gevoelen had
uitgesproken, dat de uitbreiding' van het onderwijs in
die vakken in het jaar 1873, niet die resultaten heeft
opgeleverdwelke men zich daarvan had voorgesteld,
en dat de uren, aan dat onderwijs besteed, nuttiger
konden worden aangewend, heeft de gemeenteraad zich
met haar gevoelen vereenigden het onderwijs in de
kennis der natuur weder teruggebracht tot binnen de
enge grenzen van de wet op het Lager Onderwijs. Het
eervol ontslag van Dr. W. Gleuns, die met het onder
wijs in dat leervak belast was, is daarvan het noodza
kelijk gevolg geweest.
In de samenstelling der Commissie hebben geene
wijzigingen plaats gegrepen. Dr. B. C. Goudsmit, die
met 1 Januari 1886 aan de beurt van aftreding was,
is in de Raadsvergadering van 7 December als zoodanig
herbenoemd.
De Heeren districts- en arrondissementsschoolopzieners
die zooveel mogelijk onze vergaderingen bijwoonden,
waren steeds bereidons die inlichtingen te geven, welke
wij meenden noodig te hebben. Hunne adviezen werden
door de Commissie mot belangstelling vernomen en ern
stig overwogen.
Heeft de Commissie ook in dit verslag weder met
voldoening kunnen wijzen op verbeteringen, in den toe
stand van het onderwijs op haar initiatief tot stand
gekomen, zij voelt zich gedrongen tot de verklaring,
dat het Gemeentebestuur haar de vervulling harer om-
vangrijke taak gemakkelijk maakte. In hooge mate
11
bemoedigend is het voor de Commissiede overtuiging
te hebben, dat alle voorstellen, in het belang van het
onderwijs gedaan, door het bestuur der Gemeente
krachtig worden gesteund.
De plaatselijke Commissie van toezicht
op het Lager Onderwijs,
A. G. KOK,
Voorzitter.
Zutphen
9 Febr. 1886.
B. C. GOUDSMIT,
Secretaris.